
N°. 50, Nederlandsche hatye ryksdaalder, op gelijk gewigt en gehalte geslagen.
N°. 51. Salve reaal, o p e en a llo o i v an 10 p e n n :, in d e snede 14 9/3a, r emedie 1 g r . i
e n g ., ( z i e de a anme rking bij N°. 46). E en e Vie rkante p r o e f v an d it s tu k b e ru s t in h e t
Koninklijk Kabinet.
N°. 52. Twintigste reaal, met jaartal 1587 (zie bij N°. 4 7 )^ ‘ ;
Uit deze zijne zesde rekening blijkt nog dat zijn personeel veranderd was, namelijk als
essayeur komt voor Gregoor Michiels, als waardijn Jacob de Claer en als ijzersnijder jan
Noster. Als uitgave bragt hij in rekening 43 g. 4 stuiv. „voor 92 pont bussepoer, het pont
tot 7 stuv., en voor 12 halve spiessen, lonten ende lodt, oickbussen, haecken und musketten”
waarmede de veerschepen tusschen Amsterdam en Harderwijk, die de kooplieden met hun
materiaäl ter munte bragten, waren voorzien „alsoe de vijant duckmael op die zee quamen” .
Zijne volgende muritbus löopt van 3 Augustus 1588 tot 1 Augustus 1593. Zieh wij eerst
welke instructien enz. hij in dien tijd ontving.
Zoodra andere gewesten het voorbeeld gaven a f te wijken van de ordönnantio, in 1586
door Leycester uitgevaardigd, werd dit door Gelderland nägevolgd. Den 4 Januarij 1589
ontving Alewijn eene jnstructie, waarvan de aanhef luidt: „Alsoe die Grave van Lycester-,
Gouverneur en Cappeteijn Gefiael bij- deliberatie van Heeren Raden van Staten, den 4 Augustus
1586., opte munten eene ordonnaB gemaeckt en laten publiceren heeft, om alle die Muntmr.
der geuni'eerde provintien hen daernae te reguleren, sedert is tot Hoorne in Noort Hollant
eene nieuwe munt opgerigt, en tot Gorrecom leggen al noch drie ö f vier ongepreviligeerde
Munte, die haer samt die munte van Campen niet en reguleren nae de voorn. ordonn van
zijne - Excell., maer die munte tot Gorrecom munten en slaeri alle penn die de cooplui ende
wisselaers begeren, so dat de 'ordinarisse aide munteir sedert die voors. Ordorinafi meerendeel
stil gestaen hebben, daer durch- deser lantschap munte tot Harderwijk veele is verloopen en
ten achter gecomen; om dan de verloop voor te comen hebben die Heeren Rade, en die van
renkenin. den Muntmr. Jacob Dircksz. Halewijn getfrdonneert en bevolen, ordonneren en
bevelen hem in -eracht deses, beneiFens die penH in die voorsz.. ordonnan staende, oock te
munten, dese naevolgende penn op die figueren men hem sal ordonneren voer ter tijt toe die
. Heeren Staten van Hollänt die voorsz. munte van Hoorne en Gorckum afstellen, ende dat
die munte van Campen met die andere munte der geunieerde provintien, in ¿¿ne ordonn
sich begeven en onderholden.” -
Hij moest slaan Nobels, naar den voet van den Henrikus Nobel, op een allooi van- 23
karaat 10 gr., in de snede 36 , remedie' 1 gr. 3/4 eng., gevalüeerd op 6 guld. 18 stüiv.,
sleischat 3 g. 12 stuivers. Deze komen in zijne volgende rekening niet voor, en zijn dus
niet geslagen. Wel vind ik dienaangaande in een brief van Hof en Rekenkamer aan den
muntmeester, gedagteekend Arnhem ultimo Januari 1589, ¿den Henrikus Nobel sal dy moegen
munten op te figuren ende wapenen den ijsersnijder meede gegeven, sonder eenige verande-
ringe dairinne te doen, want dije van den Furstendom nijet en betaemt Borboins Wapenen
mit id Geldersche Waepen daerinne' te laeten quartieren” , maar overigens is mij aangaande
deze geprojecteerde munt niets bekend geworden, dan dat het opschrift moest wezen, op
„die sijde daer die Croenen staen: c o n f id e n s d omin.o n o n m o v e t v r . ” Verder moest hij
slaan Ducaten, op een allooi van 23 karaat 8 g r ., per mark 70 stüks, remedie 1 gr. 3^ eng.,
4