c )
B IJ L A G E B.
Bij de verzameling van afteekeningen van project-munten, aan ’ sRijks Munt aanwezig,
bevinden zieh eenige in 1602 vervaardigde voor Gelderland, en wel voor gouden munten:
Eene voor een dubbelen ducaat?
Voorz.: gekroond wapenschild, waarin de wapens van Gelderland, Zutphen, Holland,
Zeeland, Utrecht, Westfriesland, Overijssel, Groningen en Friesland, in drie rijen boven
elkander; mo. no. a vr . ord. prov in . cönfoe. belg. 1602. Keerz.: een ridder (prins
Maurits?), geharnast, met een opengeslagen mantel en grOoten ''kfaag. *' In de regterhänd
houdt hij een zwaard, met; de punt op den grond rüstende, en in de linkerhand een
bundel pijlen; concordia. res. par v /e. cr escvn t . gel. (PI. XIX N°, I.)
Twee voor gouden kroonen? o f vierdubbele ducaten?
De eene heeft op de voorzijde hetzelfde gekroonde wapenschild; mon. NO. AVR.- 6kD.
prov in. cönfoe. belg. i ¿>02. Keerz.: eene uit de wolken komende hand houdt aan een
snoer een bundel pijlen; Concordia, res; p a r v ;e. cr escvn t . gelr. ' (PI. XIX N°. II.)
.De andere heeft: Voorz,: geharnast borstbeeld, ‘blootshoofd, met- een opgeheven zwaard
in de regterhand; mo. n o . a v . o rd . p ro v in . c o n fo e . b e lg . i-dö2.; Keerz.: acht wäpen-
schilden (Gelderland, Holland, Zeeland, Westfriesland, Groningen, Utrechtj-'Friesland en
Overijssel), om een bundel pijlen; c o n c o rd ia : r e s . p ar v 2e. c r e s c v n t . g e l * . !:
(PI. XIX N°. III.)
Twee voor rijksdaalders (?)
Deze beide hebben op de voorzijde gelijk borstbeeld als - op de voorgaande goudenv ^al-
thans ik vermoed dat de twee keerzijden bij dit stuk behooren; mo. Nö.r a r g . o rd . p ro v in .
c o n fo e . b e lg . i6 o2 . Keerz.i op de eene de acht wapenschilden om een rönd schild Waarin
een bundel pijlen (Gelderland, Holland, Westfriesl'and, Friesland, Groningen; Overijssel,
Zeeland en Utrecht); (roset) c o n c o r d ia . r e s . pa rvze. c r e s c v n t . g e l r i a .
De andere, de bundel pijlen^niet in een schild geplaätst, eh de wapens met het beneden-
eind nu naar binnen gekeerd (Gelderland, Holland, Overijssel (? ), Zeeland (? ), Groningen,
Westfriesland, Friesland en Utrecht); concordia. res. par v/e . cr escvn t . gelr.
Een voor een driegulden.
Voorz.: groot gekroond wapenschild, gelijk op de gouden, tusschen 3.— g .; mo. no. a r g .
p ro v in . c o n fo e . b e lg . 1602. Keerz.: wederom eene hand uit de wolken komende, en aan
een snoer een bundel pijlen houdende; c o n c o rd ia . re s . parvje. c r e s c v n t . g e l r .
(PI. XIX N°. IV.)