
C url®, e t . C amer®— R a t . D. Ge l r i®. e t . C . Z u t . Per.— Delegatos. e t . R e i . M on.
T riumv— N egotiis. P r®f. M onet®— T er t . V ic e. F e l ic .— E xam. Ordinarium.— H arde-
ROVICI.— *1743*.
De kosten van den muntmaaltijd beliepen f 308— 18— 6 , waarván f 105— 7— 12 aan den
wijnkooper.
Zijne vierde muntbus eindelijk werd geopend in Juni 1748, en bevatte het gewerkte van
20 Juni 1743 tot 30 Mei 1748, en wel:
Nederlandsche gouden du caten, 9720 mark (N°.. 446);
Nederlandsche zilveren rijders, 3854 mark (N°. 447).
Nederlandsche zilveren ducaten, 9117 mark (N°. 448).
In 1745 waren door Drappentier x).; proeven voor een’ ducaton gemaakt, om zijne bektiraam-
heid te toonen. De Stempels werden door hem niet geheel afgewerkt, en het blijkt niet dat
hij er afslagen van deed vervaardigen.
Wederom was het Barkhuijsen die de medaille op deze büsopening sneed. In het Koninklijk
Kabinet berust een afslag daarvan in goud, in het mijne een in zilver. De afbeelding vindt
men in het Vervolg op van Loon N°. 257. Voorz. : een uit de wölken körnende arm, eenen
palm- en oranjetak houdende; in eodEm annoí' ' Keerz.: bovenaan het wapenschild van Gelderland
met schildhouders, beneden-aan het müntteeken (een paard tegen een bergje opsprin-
gende) ®quitas e t justitia— observata- circa rem monet®— fe l ic i tempore quo— guiel-
MVS QUINTUSt-t-NATUS ET SPES PAClS RENATA— HARDERÓÜltíí-^MjD.C.p.X.X.X.X.VIII. >
Meer werd door Hensbergen niet gewerkt, totdat hij ontslagen werd (6 December 1748).
Op 30 Juli 1746 was‘hem vergunning gegeven -om voor eigen risico en zonder sleischat, te
mögen munten een bedrag van f 10000.— aan koperen duiten, van 79 o f 8o in het mark.
Hieraan schijnt geen gevolg gegeven te zijn, en werd die vergunning overgedragen in 1751
op Holtzhey.. In Gelderland werden de duiten geslagen, na vooraf gegevene vergunning van
Hof en Rekenkamer, en ingewonnen advies.van Generaalmeesteren, op eigen rekening en
risico van den muntmeester, en tot een bepaald bedrag. Bij voorkeur werd het gebruik
van plaatjes op de Veluwe gemaakt ^ aanbevolen. Uit de Bijlagen tot de rekening blijkt nog
dat acht gouden medailles, wegende 7 once 12^2 eng. ==■ f 349— 2 , en acht zilveren,
wegende 4 once - wJ§É eng. = f 15.— aan zijne Doorl. Hoogheid werden gezonden. Mij
kwam in handen de origínele brief van den prins van Oranje aan Hof en Rekenkamer, ge-
dagteekend 26 Juni 1748 , waarbij Z. H. dankzegt voor de medaillesv die op hun last geslagen
warení; ^ter, geheugenisse^ aan de twee evenementen in desen jaerc voorgevallen, namelijk
de geboorte van den Eriprins en de teekening en uitwisseling der praeliminaires.” Deze
penning was door van Moelingen gesneden , en is afgebeeld in -de Revue de la Numismatique
Beige, 1871, pl. IV N°.' 4.
Johan' Drappentier den -28sten Juli 1745 tot-ijzersnijder aangesteld, sneed ponsoenen voor
den dubbelen ducaat, en voor den duit, stuiver, dubbelen stuiver, schelling, ducaat, zil-
0 Blijkens zijne handteekening een andere Drappentier, als die aan de münt te Dordt werkzaam, als
ijzersnijder. In 1749 komt de onze. als adjunct-ijzersnjjder te Dordt voor.