
N°. 35c . Varieteit. ( e * I "AuüJ» J
In het bovenschildje nu een leeuw. Voorz.: d e ? x — t r a n s f e r t x e t x c o n s t it v <—-
i t x r e g n a * , de r van t r a n s f e r t nu zeer klein. Keerz.: m o n e— n o x d v— c X g e l
X —c o x z v t . Zilver; Kab. R o e s t , d e V o o g t , R i jn b e n d e (dit exemplaar met g e l ) .
N°. 35d. Varieteit. Gelijk N°. 35c , doch in het omschrift) d®»— t r a n s f e r t . e t . c o n .
s t it v— -i t . r e g n a . Zilver; Kab. G u i l l o n , te Roennond.
N°. 36. Zonder jaartal. Halve snaphaanschelling.
Zilver; deze munt is volgens de rekeningen *geslagen te Zutphen, doch mij nog niet voor-
gekomen.
,N°. 37. Zonder jaartal. Nobel, op den Vlaamschen voet geslagen. v
Voorz.: type van N°. 14 en N°. 20, doch geene roos tegen het schip, waartegen nu leeuw-
tjes en lelien zigtbaar zijn, en in het schild, dat het ridderbeeld draagt, nu een leeuw. mo— .
a v r e a . d v c . g e l d r ia £. com . z v t .— FANi . * . Keerz.: fraai kruis in versierde lelien uitloopende,
waartusschen vier loopende leeuwen met eene kroon boven elk, in een compartiment van acht
boogjes, in het hart eene roset; n is i . q v ia . d n s . e r a t . in . n o b is . f o r t e , d e g l v t is s .
Goud; Kon. Kab. en Kab. d e V o o g t .
Afgeb. Verkade, pl. 2 N°. 1. (PI. V N0. I.)
In de Ordonnantie van de Staten van Zeeland van 13 Augustus 1585 (Groot placcaatb.)
wordt dit stuk gevalueerd op 22 schellingen 6 grooten vlaamsch, terwijl de Rosenobels (van
157p en 1583) 26 schellingen 4 groot golden.
De type van dit stük is ontleend aan de munt van Eduard I II, Koning van Engeland, welke
in 1344, na eene luisterrijke overwinning - (in 1340) op de Fransche vloot tehebben behaald,
deze afbeelding van een schip, op gouden stukken, invoerde. Den naam Nobel dankt de munt
hoogstwaarschijnlijk aan het fijne gehalte. Het oude volksrijmpje in Engeland zeide:
„Foure things our Noble sheweth unto me,
King, ship, and sword, and power o f the sea.”
Andere Engelsche koningen, 00k nog Elisabeth, hebben deze munt geslagen, en het is.dus
zeer natuurlijk dat men in het laatst der i6e .eeuw in onze gewesten deze muntsoort aannam
als landsmunt. In Gelderland was deze type in 1584 niet nieuw, want reeds hertog Willem
(13 77— 1393) had haar gebruikt. Er bestaat van hem een Nobel, hebbende gelijke afbeel-
ding als onze N°. 37, doch geene banier, en het wapen gekwartierd met twee arenden en
twee dubbelgestaarte leeuWen. Voorz.: W 7— £ D G I £ G R 2£ * *
G G I iR x $ x O O SR x ¿V (m P > Keerz.; + I f y 3 x 2EVWG£R S W R T E R S IG R S 5
P G R S S R G D IV £ I I lX iO R V iR x IB 251H, in het hart eene W.
N°. 37b. Varieteit.
Voorz.: ter wederzijde van het hoofd van den ridder n t . Goud; Kab. F o k k e r , d e V o o g t .
Vermeld Köhler, Duc. Cab. N°. 2Ö79.
BBÄSB