
c ü i
wordf dit stuk genoemd Nieuwe Nederlandsche Nobel met de roos, en de remedie in het
gewigt op l eng. bepaaid. De koopman mögt den muntmeester betalen 39 pond 3 sch. 9 gr.
viaamsch. Lang heeft men dit stuk niet geslagen, zoo als blijkt uit de Notulen van de bij-
eenkomst van de Gedeputeerden der Nader Geüniêerde provinciën, te Utrecht op 4 October
1579 gehouden „opt aengeven gedaen bij de Generaeien vaH Munte der stadt (sic) Utrecht,
is goet- gevonden, .ende .geresolveeat, dat men sal scnjven aen mijn heer de Stadthouder van
Gelderlantiiten eynde. syn E, prdonnere ende hevele die. van munte tot Nyemegen dat sy met
bet slaen ende munte van Rosenobeien en nyeuwe daelders supsedere, ende haer Stempels
ende yseren inholen, ter tijt- ende, wijlen dat by de Gnaren van provinciën (dewelcke tegens
den 12 dess, alhier binne,Utrecht vergadere sulle) de differenten opt stuck van munte sulie
geliquideert, ende sich mette andere den aengaen verdragen ende geconformeert sullen hebben
alsmede van gelljcken oijck beioeft heeft te scrijven aen Graeff van Rennenburch, mitsgaeders
aen Qmlanden, ten eijnde aldaer mede de muntei.middelre tijt cessere ende opgeholde worde.
Halve Geldersche irosembeh, op een allooi van 23 kar. io .g r ., in de snede 64
stuks, waarvan slechts is verwerkt 15 m. 15 eng, o f zuiver 14 m. 6 ons eng. (945
stuks),= fljn 14 m. 18. k.;, i.s/,. gr,, -de sleischat ad 19 guld. 7-/, stuiv. bedroeg 285 g. .1-7 st. 47.
N9. id. Stuivers, op een allooi van 3 penn., in de snede i;io , remedie; j '/ , g r .,2 eng.,
uit het mark fijn 440; hiervan is gemunt; 1748 m. 7 ons, 4 eng. o f zuiver 17.13 m. 4 0ns’
4 eng. Çongeveer i.885d0:4tnks>,*F .fijn 428 m. 4 p. ¡ Ä gr. waarover de sleischat ad 10
stuivers bedroeg .214 gl. 3— 3,9^
N°,475 .IPhilipsdaaldprs;*.op een allooi van io penn., in de snede 7>/8 en >/,«, waarvan vervaardigd
zijn 3d mark 15 eng. ,of zuiver 35 m. 11 ons ip, .rag. (ongeveer 250 stuks) s s fijn
“S m. 5 p. 3 gr.; de sleischat bedroeg ad i stuiver 1 - ' de koers van uitgifte was
45stuivers.
Van de in dezen tijd geslagene munten zijn er onderscheidene nog niet ternggevonden,
gelijk N°. 15 en 17 ; andere komen hoogst zelden voor, gelyk.N9. 12, 13 en 14. In dezen
tijd was, bij: de onderhandelingen tusschen Holland, UtreehMSelderlanden Zeeland over
een eenparigen muntvoet, sprake van het aanmunten 00k van vier- m tweestuivers, waarvan
tnij evenwel verder niets gebleken is. (Resol. Holl, en Westfriesi. i r November 1579.).
Co le t kroorien-, gelijk; die voor Holland en Utrecht bekend zijn, met het jaartal 1580:,
schijnen vöbr Gelderland niet geslagen te zijn.
De geheéië 1 otitvangst van deze bus, bedroeg 1914 g. ,3 - 1 1 . Uit de rekening blijkt nog
dat de Generaahvan.de munt,. Jacob S lo o ten ,/ ,iS o .^ -gn g e genoot. de Waardijn .Jacob de
Claer, de essayeur Jan Willemsen de Vries, en de ijzersnijder Hendrik Noster elk f j 2.—
Aan de Raden Joost van Cranevelt, Bartolt van Geut j.heer tot Löenen, Dr. Leenart vm
Stalbergen, Jacob van Berck, Dr.. Gerrit Voet „D r . Reynerus van de Zande en den auditeur
Reyner Dybbetz, werd betaald voor geregtigheid: van de'nieuwe munten, nameiijk heele
en halve rosenobels en heele en halve daalders, een ons goud en een mark zilver voor elke
soort. De griffier Siuijsken, ais klerk ordinaris, genoot de helft. De graveur Noster, ont-
ving voor elk pijntsoen daarvan / 12.— . De boekdrnkker Willem Janssen maakte, op bevel
van de Rekenkamer, seven holterkens, waarin hij-de nieuwe penningen sneSd, om die afte-
drukken. De gezamenlijke kosten daarvan bedroegen 7 g, 7. stuiv..