
O o k v o o r den s tu iv e r v e rv a a rd igd e B a rkh uy sen den Stempel. D e mun tm a a ltijd k o s tte
f 498— 4-
Voor de curiositeit laat ik hier de Menu voor dezen maaltijd volgen,' die aangenomen
werd door Alexander d’Laxcer :
Een half aam beste Bargerac wijn.
Een half vat mol.
Een anker roode Margaud wijn.
Achttien flesschen Bourgogne wijn.
Een half aam Doesemonder Over Moesel wijn van 1727.
Een gekookt paterstuk.
Twee gekookte tongen.
Zwezerikken.
Kalfsvleesch.
Gelardeerde fricandeau.
Twee gelardeerde kalkoenen.
Acht hoenders, waarvan vier gelardeerd.
Zes kapoenen.
sp Een speenvarken.
Truffels, morilles, twee ganzen, asperges-, bloemkool enz.
Zes honderd oesters.
Eene extra groote snoek.
Vier extra groote baarsen.
Zes schelvisschen.
Een tarbot.
Twaalf tongen.
De visch was met een’ expresse in eene chais uit Amsterdam gekomen.
Aan de jongens van de munt, die hunnen tijd hadden uitgediend, en daardoor naar oude
gewoonte eene zilveren bel hadden verdiend, die de Rekenkamer reeds aan den muntrok had
gegeven, werd bij „redemptie” van die bel f 25.— gegeven.
De derde bus van Hensbergen werd geopend in 1743-. Toen waren er gewerkt, van 3
Maart 1740 tot 8 Juni 1743 :
Nederlandsche gouden ducat en, 18731 mark (N V 4 4 4 ) . '
Nederlandsche zilveren rijders, voor de O. I. Compagnie, van 6 April tob 16 November
1740, 12248 mark.
Zilveren ducaten, van 3 Maart tot 15 Juni 1740-, 9871 mark (N°-. 445). De provinciale
sleischat was f 7040—-6— 425/8.
Noch bij deze, noch bij de VQrige muntbusopening werd opgave gedaan van de gebuste
penningen, hetwelk men in het vervolg mede naliet. Barkhuysen sneed wederom de médaillé
op deze muntbusopening, welk stuk afgebeeld is in hêt Vervolg op van Loon N°. 179, en
¿ich in zilver in mijne verzameling bevindt-. Voorz .: type van den zilveren rijder, de regts
gewende ruiter; in de afsnede het muntteeken, en als opschrift: tütissima— mutua defensio.
Keerz. wederom het Geldersche wapenschild met de schildhoûders, en daaronder : Ex A ugt.