
N°. 466. Anno 1756. Stuiver.
Voorz.: in eeiì’ krans van oranjetakken : (muntteeken) — g e l— r i a — 1756. Keerz.: in een
bladerkrans een bundel pijlen tusschen 1— s. Goud: Kab. R ijn b en d e ; schijnt slechts in
proeven te bestaan. In 1751 was door Holtzheij reeds vergunning gevraagd tot het slaan
van stuivers. Hem was ’ tgeweigerd; maar toen , in October 1755 Hof en Rekenkamer zelve
bij de Staten-Generaal op het slaan van payementen aandrongen, verkregen zij daartoe verlof.
Daar bij Resolutie van 29 December 1755 aan Gelderland werd toegestaan, tot een be-
drag van f 12000.— aan stuivers te munten, kan de opgave in den Catalogus Bom 1859,
Np. 2051, van een’ zilveren stuiver van 1756 juist zijn. (Pl. XV N°. XI.)
- N°. 467. Anno 1756; Dutt. •*-' *
Gelijk N°. 460. Köper; Kab. d e V o o g t , alwaar mede een zilveren afjlag met grooter
wapenschild.
N°. 468. Anno 1756. Halve duit.
Voorz.: gekroond provinciaal wapenschild; in d e o— sp. nos. Keerz.: * d *— g e l— r ia e—
1756— * muntteeken *. Bestaat niet anders dan in zilveren afslagen, Kab. d e V o o g t enz.
Afgeb.-V e r k a d e , pl. 20 N°. 6. (PI* XV N°. XII.)
«=«• N°. 469. Anno 1757.. Dubbele stuiver.
Voorz,: * muntteeken 1 •=—G e l— r i a —^1757. Keerz.: gekroond provinciaal wapenschild
tusschen 2— s. Goud; Kab. R ijn b en d e . Niet anders dan in proef bekend.
(Pl. XV N°. XIII.)
— N°. 470. Anno 1757. Stuiver.
Gelijk de voorgaande munt, doch nu 1 S. Goud; niet anders dan als proef bekend, Kab.
R ijn b e n d e , R o e s t , Su asso, Koninklijk Kabinet, Kab. d e V o o g t . Afgeb. V e r k a d e , pl. 17
Nr: 5, : - . (Pi. XV n °. XIV.)
N°. 471. Anno 1757. Duit.
Gelijk N°. 460. Köper; Kab. d e V o o g t .
N°. 472. Anno 1757. Halve duit.
Gelijke type als voorgaande duit. Zilver; Kab. d e V o o g t . Niet anders dan als proef
bekend. Afgeb. V e r k a d e , pl. 20 N°. 7. (PI* XV N°. XV.)
— N°. 473. Anno 1757. Duit. ( U. Î (?t^|-írVÍ I
Voorz.: fraai versierd gekroond provinciaal wapenschild; in d e o— sp. nos. Keerz.: * d *— •
g e l— r iæ — 1757— * muntteeken *. Zilver; als piedfort Kab. R ijnbende, d e V o o g t , mede
in gewöne zwaarte, doch mij nimmer in koper voorgekomen. Het schijnt dus eene proef te
zijn. Afgeb. V e r k a d e , pl. 20 N°. 1. -;N?*'I*)~
In mij ne verzameling.is nogeene proef, aan beide zijden gelijk, van de keerzijde, van eene
duit, met': in d e o— sp n o s t . r • - ( ? ! • X Y I ,N ° . II.)