16. - 17. - 36 : I. -- 38 : p. 65, al. 2. - 56 : p. 8, al. 8; p. 9,
al. 3; lijst Havelte 2. - 57 : Havelte 2. - 63a : p. 28, al. 7 - 66.
- 79 : p. 6, al. 3. - 82 : p. 17, al. 1; p. 49, al. 6. -- 100 : Vili
p. 215, al. 2, 3, 4, (5); p. 216, al. 1. - 113 : p. 23, al. 2; p. 24, al.
2 ; p. 32, al. 3. - 114 : p. 7, al. 2. - 120 : p. 53, al. 4=°. - 124 : p.
18". - 125 : b; p. 257; p. 258, fig. 6.
IP PROVINCIE UTRECHT.
U,I „DE STEEN" VAN LAGE VUURSCHE,
GEM. BAARN.
(VEEGL. PL. 115, 116 EN 119, ZOOMEDE DL. II)
Het gedenkteeken is gelegen in het dorp Lage Vuursche,
0.120 K.M. W.Z.W. van de kerk, op het plein voor de herberg
„Onder de Linden", aan den kunstweg van Utrecht, 15 M.
zuidelijk van diens splitsing in voornoemd dorp, naar Hilversum
en Baarn.
Het perceel, waarin het z.g.n. steengraf ligt, is het gedeelte van
den kunstweg te Lage Vuursche in de Gemeente Baarn, kadastraal
bekend Sectie F, No. 540, groot 0.6870 H.A.
Het megalithicon ligt met 2ijn basis ongeveer in het vlak
van den weg; elk spoor eener verhooging rondom de steenen
ontbreekt.
Eigenaar: Jhr . P. J. BOSCH VAN DRAKENSTEIN te Lage
Vuursche.
BESCHKIJVING:
Het grondplan van het z.g.n. hunebed heeft den vorm van een
scheefgetrokken trapeiium met circa W.Z.W.—O.N.O. gerichte
as, die ten westen 115° van het noorden afwijkt.
De in de hoekpunten van het trapezium gelegen draagsteenen
raken elkaar bijna in de opstaande zijden van de trapezoidale begrenzing.
In de basislijn daarvan laten zij echter, zoowel in den top
als in de basis van het trapezium, groote openingen vrij. Hier zou
dus mogelijkerwijze van een' ingang sprake kunnen zijn en wel
in het bijzonder aan de oostzijde.
Het gedenkteeken bestaat uit:
I J 5 keldersteenen, waartoe:
^mmrnm^mmrniimmmmiièmm^^