Het hunebed is in 1870 door GREGORY van zand ontdaan en bevond
zieh overigens toen blijkbaar reeds ongeveer in den tegenwoordigen
toestand. Het verkeert, in weerwil van de aanwezigheid der talrijke
kranssteenen, in gehavenden Staat. Ook van den oorspronkelijken
dek- ») of mantelheuvel, doch i.e. missehien dekheuvel, zijn nog
slechts overbhjfselen aanwezig. Overigens is de oorspronkelijke
toestand, in het algemeen gesproken, tamelijk duidelijk.
LITERATUUR:
III : 1870; p. 2, al. 3 - 6 ; p. 3, al. 1; 1871 : p. 1, al. 2 - 4 ; p. 3,
al. 1; 1872 : p. 2, al. 8; 1878 : p. 4. - IVb : p. II, al 1; p.'62,al
4, p. 64, al. 2; p. 69, al. 5; PI. LXIV; LXV. - V^c* : Bijl. Assen,
sub sect. C, 1210. - V® : art. 2. - V®. - V«. - V« : p. 1; p'
2, sub 7. - V«. - yi^o : Corr. Assen, 21, IV, 1869.
6 : Boek I : p. 77. - 35 : p. 267, al. 3. - 36 : f - 3 8 : p. 66, al.
3. - 39 : p. 107, No. 507; p. 110 : No. 524 : p. III, No. 535, 536
- 46 : p. 15, B"; p. 50, C'""; PI. I, 25. - 56 : p. 8 , al. 4 : p. 9,
al. 5; p. 11, al. 2; lijst Loon. - 57 Leon. - 58 : p. 46, al. 3; p.
64. - 61 : p. 15, al. 2; p. 16, al. 1; p. 15/16 noot (8). - 75a.' -
7 7 : p. 4, al. 2. - 79 : p.2, al. 2; p.8, al.4. - 82 ; p.50, al. 7. -
83 : p. 169, noot 1. - 87 : teeken. X. - 88 : p. 5, al. 6. ~ 90 :
3 , al. 4 ; p.8, al. 3 ; p.22, al. 3; p. 24, al. 7, fig. 14. - 96a : p. 157,
fig. 38 - 98 : p. 21, al. 4; p. 30, al. 3, voetnoot p. 173, al. 6;
p. 197, X. - 99 : p. 178 (3). - 100 ; II, p. 204, al. 2 - 3 , 1°. -
1 0 2 : p. 45. - 120 : p. 1 1 , al. 1 3°; p. 53, al. 4, 3°. - 121 : p. 14,
N». 484; p. 15. - 124 ; p. 6 a.
') Vergi. 36, f. - 100 : p . 204, al. 3. De toestand is sedert 1818, toen nog slechts
20 steenen zichtbaar waren, dus aamnerkelijk veranderd. Overigens is het
himebed, vooral in het voorjaar van 1870 (vergi. 73a), ontdaan van het Zand
en de keisteenen, waaronder het bedolven lag (zie echter 2e deel, oudere onderzoekingen
sub. Loon).
- - 1 F
D,XVI HUNEBED VAN BALLOO,
GEM. ROLDE (1).
(VERGL. PL. 34-35, 117-120)
Het hunebed is gelegen 1 K.M. W.N.W, van het gehueht Balloo
aan den eschrand, noordwestelijk van Rolde, dieht bij het tumuliveld
noordelijk van den spoorlijn Assen —Gasselter-Nijeveen.
Het perceel, waarin het steengraf ligt, is reehthoekig, gelegen
in de gemeente Rolde Seetie K, No. 479. Het is 0.020 H.A. groot,
afgezet met 4 hoekpaaltjes, waaronder 3 van basalt en 1 (N.W.)
van zandsteen, resp. met op- en inschrift P.E.
Het terrein rondom den kelder is een met heide en eenige strubben
begroeide zoom. Het perceel zelf draagt de overbhjfselen van een'
ovalen heuvel.
Eigenaresse: de Provincie D r enthe; ten geschenke
ontvangen van de Markgenooten van Balloo, bij acte
d.d. 1871.
BESCHRIIVING;
Het tamelijk diep in een kuil, in de as van eene ovale heuvelbasis,
gelegen steengraf heeft den vorm van eene kortgesteelde T
met langen dwarsbalk. De lengteas is vrijwel O.—W. gericht;
zij wijkt ten Westen 96° 30' van het noorden af.
De keldertoegang, i.e. poort, bevindt zieh aan den zuidkant in
het midden.
Het steengraf bestaat uit:
Ia26 keldersteenen, waartoe:
IIa 17 d r a a g s t e e n e n, t.w.:
Illa 2 s 1 u i t s t e e n e n, SI' en SP, beide i.s.;
Illb 15 zij s t e e n e n , Z'—Z" en Z'-' — Z"', waarvan Z^'
min of meer i.s.; Z" en Z^'') buitenwaarts uitgeweken;
Z® en Z^'') dito, doch minder; Z' dito; Z®' teruggeweken
tot in de loodlijn; Z® dito; Z°' westwaarts overgezakt in
') N.B. Sedert 1878 blijkbaar herplaatst (vergi. 87 ; teeken. XIII).