14 15
i
i
Het hunebed is nogal gestoord en ligt gevaarlijk. De oorspronkelijke
Staat is wel duidelijk.i)
In en om het hunebed hggen tal van steenen, waaronder vele
met scherpe kanten en dus blijkbaar behouwen. Zij zijn ongetwijfeld
afkomstig uit den dek- of mantelheuvel, waarin de kelder
is gelegen. De afgestoven en afgebrokkelde kanten van den heuvel,
alsmede de verspreiding der steenen voornoemd, bewijzen dit.
Onder die losse, ter bevestiging gediend hebbende steenen bevinden
er zieh, welke bestaan uit: graniet, gneiss, grijze en roode
Dalazandsteen, amphiboliet, diabaas, kwartsiet, kwartsporfier en
skolithus-zandsteen.
Het perceel, waarin het steengraf ligt, is rechthoekig en gelegen
in de gemeente Norg, kadastraal bekend Sectie M, N° 2196. Het is
0.0066 H.A. groot, begrensd door een' greppel en afgezet met 2
basalten en 2 zandsteenen paaltjes, resp. voorzien van op- en inschrift
P. E. (Provinciaal-Eigendom).
Het terrein binnen de perceelgrenzen is begroeid met Heide en
Zwak gewelfd. Het draagt de Spören van eene vroegere verhooging,
den dek- of mantelheuvel, waarin blijkbaar vele veldsteenen.
Eigenaresse: de Provincie D r enthe; ten geschenke
ontvangen van Mr. J. L. TONCKENS te Hoogeveen, bij acte
d.d. 16 October 1871.
LITEKATUUR;
I : 1 - II : b. No. 25 - IVb : p. 71, al. 2, 4; PI. LXX^ -
V3 : p. 4, al. 6 - V« : art. 2 - V^^^ - V - V 1=» : Corr.
C. W. E. KYHHELL, d.d. 17, IV, 1869.
35 :p. 277, al. 2 - 36 : d - 38 : p. 66, al. 2 - 44 : p. III -
77 : p. 9, al. 6 - 78 : - 79 : p. 7, al. 1. - 82 : p. 50, al. 3. -
98 : p. 6, al. 7 - 12; p. 7, al. 1 - 4 ; p. 29, al.3, voetnoot(l). - 100 :
XI, p. 226, al. 3 - 5 . - 114 : p. 7, al. 5. - 120 :p. 11, al. 1, 3°;
p. 53, al. 4, 3°. - 124, p. 30..
D,II HUNEBED VAN WESTERVELDE,
GEM. NORG.
(VERGL. PL. 5 - 6 , 119—120)
Het hunebed is gelegen 0.2 K.M. N.N.O. van Westerveide (kom)
circa 1.65 K.M. Z.W. van Norg (kerk), in den esch noordelijk van
den kunstweg over Norg-Westervelde-Veenhuizen.
Deze toestand was blijkens het rapport van den schultes van Roden,
J. WILMSONN KYMMELL vermoedelijk reeds Zoo in 1818 (vergl. 36 en 100)
Overigens schijnt er in het steengraf nog al gegraven te zijn in den oorlogstijd
door te werk gestelde, geinterneerde Beigen.
EESCHRIJVING:
Het hunnebed is kort gesteeld T vormig en heeft eene ongeveer
O.-W. gerichte lengteas, die ten Westen 91° 30' van het noorden
afwijkt. De ingang, i.e. poort, bevindt zieh in het midden aan den
zuidkant.
Het steengraf bestaat uit:
la 12 keldersteenerif waartoe:
IIa 9 d r a a g s t e e n e n , t.w.:
Illa 2 s l u i t s t e e n e n , SP en SP, waarvan SP ongeschonden,
i.s.; SP beschadigd, slechts voor de helft ter
plaatse;
Illb 31/2 paar z ij s t e e n e n, Z^-Z'' en Z^'-Z'', waarvan Z^',
Z^ en Z^' min of meer i.s.; Z^ en Z^' naar binnen en Z"
naar buiten uitgeweken, terwijl Z^' geheel verzet en gedraaid
is.
Z^' en Z^' zijn tevens poortzijsteenen.
IIb 3 d e k s t e e n e n, D> of D^-D«, waarvan
D^ fragmentarisch aanwezig, of geheel ontbrekend; in het
eerste geval gerepresenteerd door een groot springstuk
met overblijfselen van springgaten aan den noord- en
zuidkant, overigens gelegen in den kelder tusschen
en Z"' (vergi. D^);