Eigenaresse: de Provincie D r e n t h e; ten geschenke
ontvangen vati de Markgenooten van Valthe, bij acte d.d.
1 September 1871.
BESCHRIJVING :
Het hunebed heeft een' onregelmatig-halvemaanvormigen kelderomtrek.
De lengteas was vermoedelijk aanvankelijk min of meer
Z.O. —N.W. Die richting is echter vanwege de algeheele vernieling
zonder nader onderzoek al evenmin met eenige zekerheid vast te
stellen, als de plaats van den ingang.
Het steengraf bestaat uit 8 groote steenen en één kleine. Daarvan
is D'^ met eenige zekerheid als d eks t e e n herkenbaar. De
overige zijn niet te onderscheiden als draag- resp. deksteenen.
Vermoedelijk echter zijn daaronder 6 zijstee- Overzicht:
n e n enl deksteen, terwijl de kleine steen, zui- D 1
delijk van D^*, een twijfelachtig karakter bezit. Rest 8
Het totale aantal steenen is derhalve minstens 9. Totaal 9.
De groote steenen bezitten alle een min of meer vlakke zijde. Zij
bestaan uit graniet, met uitzondering van de meest noordoostelijke,
die van gneiss is.
Het hunebed is geheel verstoord en verkeert in een' allerdroevigsten
staat'). De oorspronkelijke toestand is vrijwel onherkenbaar;
alleen de overblijfselen van een vroegeren ovalen dek- of
mantelheuvel zijn nog aanwezig.
Deze toestand bestond volgens het rapport van den Schuhes BOELKEN
van Odoorn (vergl. 100) reeds in 1818. Indien echter het overigens vrij siechte
kaartje van PLEYTE (IVb : PI. XXVIP), waarop ten W. en Z.W. van Valthe
vijf hunebedden zijn aangegeven, juist is, bhjft intusschen nog een derde
mogelijkheid open, ni. dat het andere in 1869 vermelde hunebed het middelste
van die vijf is. Het zou dan meer naar Valthe hebben gelegen en een van de
twee daar thans nog voorkomende tumuli kunnen zijn. De vernieling in het
begin van den winter van 1869 (vergl. V^®). waarbij ook tegelijkertijd D,
XXXIV vermeid werd, betreft dus waarschijnlijk niet dit hunebed, doch
veeleer dat in de Valtherspaan (vergl. voetnoot p. 89).
LITERATOTIR;
IVb : p. 25, al. 2; Pl. XXVII. - V!» : p. 20, al. 3. - V^' : p. 1,
sub a). - V» : p. 4, al. 6. - V». - V™. - V"". - Vi^^. - V^i» :
rapp. Odoorn sub 5b; Corr. S. M. TONCKENS, d.d. 29 IV 1869,
Bijl. No. 4.
36 : h. - 56 : p. 8, al. 4; p. 9, al. 5; lijst Valthe 4. - 57 : Valthe
4. - 79 : p. 4, al. 4; p. 9, al. 3. - 82 : p. 51, al. 2. - 87 : Teek.
X X I X . - 88 : p. 3, regel 15/16 v.o. (OVAL BARROW). - 98 : p.
32, al. 2 - 3 ; p. 197, XXIX. - 100 : X, p. 222, al. 7; p. 223, al.
1 (vijfde). - 114 : p. 9, al. 2. - 120 : p. 11, al. 1 : 3°; p. 53, al.
4 : 3°. - 124 : p. 27, al. 5.
D,XXXIV HUNEBED (Zd.O., 2-tal) VAN VALTHERVELD,
GEM. ODOORN (5).
(VERGL. PL. 71-72, 118-120)
Het hunebed is gelegen circa 1.8 K.M. Z.O. van Odoorn (kerk),
0.15 K.M. zuidelijk van D, XXXIII, in het Odoorner Oosterveld.
Het perceel, waarin het hunebed ligt, is rechthoekig, gelegen
in de gemeente Odoorn, kadastraal bekend Sectie G, No. 1377.
Het is 0.0160 H.A. groot, omgeven door eene greppel en sfgezet
met 4 zandsteenen hoekpaaltjes, voorzien van inschrift P.E. Het
terrein is met heide begroeid en draagt het karakter van een' gestoorden
heuvel, welks voet nog aanwezig is en waarin het hunebed
is gelegen.
Eigenaresse: de Provinci e D r ent he; ten geschenke
ontvangen als D, XXXIII.
BESCHRIJVING:
Het hunebed is kort gesteeld T-vormig, heeft een ongeveer Z.O.
N.W. gerichte lengteas, die ten Westen 42° 30' van het noorden
V ^ M i t - - . «»JaBSS-'Ät^^^^^^^