no
tijd sterk binnenwaarts verschoven is en R^ veel lager is. De laatste
vormt echter den drempelsteen van den voormaligen opgang.
I I De noordel i jke g rafkelder , gemerkt A, is asymmetrisch,
kort gesteeld rechthoekig en heeft eene ongeveer N.N.O. —Z.Z.W.,
eenige graden westelijk van de hoofdas van het geheele grafteeken
afwijkende, bijna Z.N. gerichte lengteas. De ingang, i.e. het portaal,
bevindt ?ich zuidelijk van het midden aan den oostkant.
Hij bestaat uit:
I a l 3 keldersteenen, waartoe:
IIa 8 d r a a g s t e e n e n , t.w.:
I l l a 2 s 1 u i t s t e e n e n, SI' en SI", beide i.s.;
III1.3 paar z ij s t e e n e n, Z^-Z® en Z^'-Z®' alle tamelijk
gesloten staande en vrijwel i.s.
IIb 3 d e k s t e e n e n , D^ —D^, waarvan
Dl i.s., rüstend op Sl' en Z\ resp. Z'' en Z®';
D" op D^ buiten den kelder gelegen, met zijn zuideinde
rüstend op SP en nog iets uitstekend boven Z^;
D ' nog verder dan D^ buiten den kelder ge- Overzicht:
legen, deels onder D®. D 3
Ib 2 poortsteenen, waartoe: S1 2
IIa 2 p o o r t z i j s t e e n e n , P^en P'', beide i.s. Z 6
Het totale aantal zichtbare hoofdsteenen is der- P 2
halve 13. ' Totaal 13.
Alle steenen zijn aan binnen- en onderzijde min of meer vlak.
Zij bestaan hoofdzakelijk uit graniet, met uitzondering van Z',
die van gneiss is. De steenkelder is geschonden, doch gemakkelijk
reconstrueerbaar. Hij zit nog grootendeels in het voormalige plateau.
I I I De z u i d e l i j k e g r a f k e l d e r , gemerkt B, is rechthoekig
en heeft eene ongeveer N.N.O.—Z.Z.W, gerichte lengteas,
die met de hoofdas van het geheele grafteeken samenvalt. De
toegang bevindt zieh aan den zuidkant in de westzijde.
Hij bestaat uit:
I a l 3 keldersteenen, waartoe:
IIa 11 d r a a g s t e e n e n , t.w.:
I l l a 2 s 1 u i t s t e e n e n, SP en SP, beide i.s.
I I I
IIIb4i/2 paar z ij s t e e n e n, Z^-Z^ en Z^'-Z"', alle, met
uitzondering van Z''' en Z",- i.s.
Z^ is tevens poortzijsteen van den ingang, die zieh hier
tusschen SP en Z' bevindt.
IIb 2 d e k s t e e n e n , D'^ en D^, waarvan
D" met zijn westelijk uiteinde in den kelder gelegen, met
den oostkant rüstend op Z^', overigens iets zuidwaarts
verplaatst;
zuidwaarts vergleden, staande op zijn zuidkant en bijna
Overzicht:
D 2
S1 2
Z 9
l y
tegen D^ en Z® en Z^ doch steunend
tegen Z='.
De overige deksteenen ontbreken en
staan blijkbaar tusschen R"'—R**.
Het totale aantal zichtbare hoofdsteenen is derhalve
13. | Totaal 13.
Alle steenen zijn aan onder- en binnenzijde min of meer zuiver vlak.
Zij bestaan uit graniet. De kelder verkeert in verwaarloosden Staat.
Het geheele monument bestaat derhalve uit 79 hoofdsteenen.
Verder liggen aan den noordoostkant nog twee steenen van
onbepaald karakter, gemerkt?, terwijl meerdere stopsteenen voorkomen,
vooral bij den kelder A, tusschen Sl' en Z^, Z^ en Z^ en
Sl> en Z".
De grond, die aanvankelijk het inwendige van den steenkrans
vulde en misschien 00k de kelders (met steenkap?) als afzonderlijke
dekheuveltjes bedekte, is grootendeels verstoven en vergleden; in
het noordelijke gedeelte echter in mindere mate dan in het zuidelijke.
Het langgraf verkeert in een' geschonden, ten deele secundairen
Staat. De oorspronkelijke toestand is echter vrijwel reconstrueerbaar.
Deze toestand bestond reeds in 1819, doch er was toen nog meer grond
aanwezig. {36 : m; 100 : VI I , p. 213, 57).
») Dit steengraf is in 1914 door Dr. J. H. HOLWERDA systematisch onderzocht
en door bem herkend als een oorspronkelijk door eene rechthoekige
steenzetting geflankeerd plateau met twee steenkelders er in (vergi. 131;
133; 137 en Dl. II).
^mmmmm