BESCHRIJVING:
Het hunebed heeft den vorm van eene kort gesteelde T met
langen dwarsbalk en ongeveer O.Z.O.-W.N.W. gerichte lengteas.
Deze wijkt ten westen 74° 30' van het noorden af.
De toegang, i.e. poort, bevmdt zieh aan den zuidkant, iets ten
oosten van het midden.
Het steengraf bestaat uit:
U 23 keldersteenen, waartoe:
IIa 16 d r a a g s t e e n e n , t.w.:
n i a 2 sluitsteenen, Sl" en SP, waarvan SP boven
iets teruggeweken is, overigens beide i.s.;
IIIi>7 paar z ij s t e e n e n, Z'-Z' resp. alle,
met uitzondering van Z' en Z«, die blijkbaar gedraaid
Zijn, min of meer i.s. Alle steenen staan, vermoedelijk
ten gevolge van de restauratie door GREGORY, vrijwel in
het lood en dus te veel rechtop, terwijl Z^ en Z'' zeer
klein en mogelijk alleen maar secundaire zijsteenen zijn.
Z"' en Z®' zijn tevens poortzijsteenen.
I I i > 7 d e k s t e e n e n en 2 b r o k s t u k k e n , D>-D' resp.
D"' en D""', waarvan
Dl zuidoostelijk een weinig verzakt, overigens (secundair)
i.s., rüstend op Sl^ resp. Z' en Z'';
D'ä gedragen door Z^' en Z'", i.s. (n.b. tusschen D> en D^
een stopsteen);
D' i.s., rüstend op Z" en Z^' en tegen D=; een stuk D»' is
afgesprongen;
Däi)hggend op Z* en Z»'; van den zuidwestelijken hoek is
een stuk D^' gelegen tusschen Z®' en Z»' afgesprongen;
D= oostwaarts vergleden of verplaatstrüstend op Z=,
Z=' en Z«;
') Deze steen zou naar H. H. VAN ZOUTEVEEN (63C : p. 159) 197 centenaars
wegen, volgens JANSSEN daarentegen 163 (56 :p. 12).
') N.B. blijkbaar na 1878 afgebroken, want het komt niet voor op de betreffende
plattegrond van DRYDEN—LUEIS.
') N.B. blijkbaar verplaatst na 1878, want de steen bevindt zieh op
den sub 2) genoemden plattegrond nog i.s.
"w:
D®
D'
oostelijk (vermoedelijk door verschuiving van D'») overgekipt
1) echter nog steunend tegen Z® en Z«' en met
den oostrand op de keldervulling rüstend;
rüstend op Z', Z'' en SP, met zijn zuidoostelijk gedeelte
vergleden van Z'''), overigens i.s.;
IB2 poortsteenen, waartoe:
IIb 2 p o o r t z ij s t e e n e n, P' en Pi' van twijfelachtig
karakter, bijna geheel verzakt en gelegen ten zuiden van Z*
en Z*', waarmede zij correspondeeren.
Ic e,
zenige, minstens A, steenen van onbe- Overzicht:
stemd karakter, gelegen tusschen D' en
Sl', D' en D2, D» en Z' resp. D^ en Z\ welke
later (bij de restauratie door GREGORY circa 1875)
zijn toegevoegd.
D
S1
Z
P
Rest
Totaal 27.
Het totale aantal steenen, althans hoofdsteenen, is
dus minstens 25 met bovendien 2 bijbehoorende
brokstukken D^' en D»' van D= resp. D».
Alle steenen bestaan uit graniet, welke bij Z'' en Z'' zeer
fijnkorrelig is.
Het hunebed verkeert, met uitzondering van de poort, in goeden,
zij het ook door restauratie") secundairen, toestand; slechts D®
is sedert afgegleden, terwijl de Spören van een' voormahgen dekof
mantelheuvel zijn uitgewischt.
LITERATUUR:
I : 1. - II : b. No. 23. - IV» : p. 140, al. 6. - IVb : p. 68, al.
2 - 3 ; PI. LXVII. - VI : p. 8, al. 3. - V : p. 3, al. 5. - V^ : p.
1 Rolde; Rolde No. 80. - V^: art. 6. - V : bijl. b. - V^. - V :
1) N.B. blijkbaar verplaatst na 1878, want de steen bevindt zich op
de sub 2) genoemde píattegrond nog i. s.
=) UBACHS geeft nog eene afbeelding uit den tijd vóór de restaurafie door
GREGOEY (82 : fig. 6) en vermeldt nog de overblijfselen van den vroegeren
dek- of mantelheuvel. Overigens is deze, ook elders in het aigemeen ten zeerste
afgekeurde, restauratie in casu niet juist, aangezien WESTENDORP uitdrukkelijk
verklaart, dat in 1815 de deksteenen, met uitzondering van D 1 en D 7, die
mede door SI. 1 en SI. 7 gedragen werden, telkens op 2 zijsteenen rusten en
deze laatste bovendien wat verder van elkaar stonden dan gewoonlijk.