3 8 39
naar de halte van dat dorp, ^uiddijk van den zandweg Anderen-
- E e x t , aan den rand van het heideveld.
Het perceei, waarin het hunebed ligt, is drkeirond en gelegen
in de gemeente Anloo, kadastraal bekend Sectie M, No. 1239. Het
is 0.0315 H.A. groot en afgezet met 6, een' regelmatigen wshoek
vormende, zandsteenen grenspaaltjes, voorzien van inschrift P.E.
Het terrein is met heide begroeid en wordt binnen de perceelgrenzen
geheel ingenomen door een grooten cirkelronden
heuvel, die den kelder tot aan den bovenrand insluit en zelfs daarboven
uitpuilt.
E i g e n a r e s s e: de Provincie Dreni he; ten geschenke
gekregen van de Markgenoten van Eext, bij acte d.d.
30 Juni 1871.
BESCHRIJVING:
Het hunebed heeft den vorm van een' aan den noordoostkant
iets uitspringenden rechthoek met W.Z.W.- O.N.O. gerichte
lengteas. Deze wijkt ten westen 115° 30' van het noorden af. De
ingang bevindt zich in de oostelijke helft van de zuidzijde.
Het steengraf bestaat uit;
la 8 keldersteenen, waartoe:
Ha 8 d r a a g s t e e n e n , t.w.:
n i a 2 s 1 u i t s t e e n e n, SI' en SP, beide i.s.;
I I I b 3 paar z ij s t e e n e n, Z'-^ resp. alle i.s. en
in afwijking van die der andere Nederlandsche steengraven,
dicht aaneengesloten; slechts Z^' en SP zijn door
een' overigens smallen kier gescheiden, terwijl Z"' met zijn
lange as loodrecht op de keldemchting^ evenwijdig aan den
ingang, staat en daardoor uitspringt. Overzicht:
Z^' en Z®' zijn tevens poortzijsteenen. ' SI 2
¡1I Z 6
Het totale aantal steenen is derhalve 8. | Totaal 8
Alle steenen zijn aan de naar den kelder en de poort toegekeerde
zijden buitengewoon vlak, soms zelfs als gepolijst, zooals
bij SI' enZ^', zoodat zij den indruk van eene opzettelijke, kunst-
£ •T™
matige bij- of nabewerking geven. Zij bestaan zonder uitzondering
uit graniet.
Het hunebed, gewoonlijk grafkelder genoemd, bevindt zich,
voorzoover aanwezig'), in uitnemenden, zij het ook gerestaureerden
staat. De oorspronkelijke i.c. ronde dekheuvel is nog grootendeels
aanwezig.
LITERATUUR:
III : 1883, p. 5, al. 3 - 5 ; 1885, p. 4, al. 3. - IVa : p. 136, al.
6, al. 8; p. 137, al. 5. - IVt : p. 11, al. 1, p. 43, al. 6, 10. - p. 44,
al. 2, p. 61, al. 4; PI. X L Vili onder; KLIX^-S^); L. - IVb :
p. 9, al. 4. - : p. 8, al. 9. - V^' : p. 3, al. 1. - V^ : p. 1, Anloo,
c; Anlo No. 83, genoemd 3de. — V^ : art. 1, 2de Hunebed.
- V= : art. 1. - 24=* : Bijl. Anloo, 27, I, 1855, Sectie M, No.
18. - V^id : p. 3 sub Anlo. - : p. 3, al. 5. - V^" : p. 14, al.
2. - V«' : p. 1, sub b). - V" : p. 3, al. 1. - V» sub A. - Vi»».
- V» : p. 2, 3° : b). - V^®. - VI«". - V™ : rapp. - Anloo, sub.
4C, Corr. T. BEAAMS d.d. 26, IV, 1869, No. 113; dito 12 en 28,
I I I , 1874. -
19. - 20. - 21 : Text en PI. I, PI. II, fig. 1 - 6 ; PI. Ili, fig.
6; PI. IV, fig. 1 - 3 . 24a : Expl. IV, Tabi. IV. - 26 : DI. Ili, p.
1 7 4 - 1 7 7 : p. 181, al. 2 - 3 . - 28 : Inleiding: p. 46, voetnoot 9);
Opmerking verdient, dat oorspronkelijk drie deksteenen den kelder
afsloten, doch, volgens VAN LIER, reeds een 20 jaar voor de ontdekking daarvan
op 19 Aprii 1756 verwijderd 2ijn. Een daarvan lag in VAN LIER'S tijd (21 : p.
12) over eene pomp in den straatweg in Eext. De ScHULTES ScHUMMELKETEL
(1818) geeft echter aan, dat alle drie deksteenen over bovengenoemde pomp
gelegd zijn (36, k : p. 202, al 4). De steenen trap, die aanvankelijk met 4 van
veldsteenen opgezette treden naar den ingang leidde, is verdwenen. Ter plaatse
is aldaar nog een onregelmatige sleuf. De heuvel was oorspronkelijk hooger,
zoodat hij den grafkelder geheel aan het oog onttrok. Alle kieren waren met
stopsteenen gevoegd!
Oudtijds (na de eerste ontdekking circa 1736) heetten heuvel en kelder
samen „Stemberg".
Naar FRANKS (77) zou deze iets voor 1872 hersteld zijn.
N.B. No. 4 is m.i. niet uit den Eexter grafkelder afkomstig (vergi.
DI. II sub Eext).
rn^immmmmk.