28 29
zandweg met dien van Schipborg naar Noordloo, in het bosch van
d e n Heer KNIPHOEST.
Het perceel, waarin het steengraf ligt, is zeshoekig en heeft den
vorm van een' gesteelden rechthoek. Het is gelegen in de gemeente
Anloo, kadastraal bekend Sectie K, No. 1449. Het is 0.0120 H.A.
groot en afgezet met 6 basalten hoekpaaltjes, voorzien van opschrift
P.E.
Het terrein is rondom den kelder binnen de perceelgrenzen uitgediept.
Daaromheen bevinden zieh nog de duidelijk in het oog
springende Segmenten van eene oorspronkelijk aanwezige ronde
verhooging.
Eigenaresse: de Provincie Drenthe; ten geschenke
gekregen van Mr. C. E. KNIPHORST te Zuidlaren, goedgekeurd
door Prov. Staten, 6 Juli 1871.
BESCHRIJVING:
Het hunebed heeft den vorm van een rechthoekigen kort gesteelden
handspiegel. De lengteas is O.N.O.-W.Z.W. gericht en wijkt
ten Westen 108° 30' van het noorden af. De toegang, u.c. poort,
bevindt zieh in het midden aan de zuidzijde.
Het steengraf bestaat uit:
I i 14 keldersteenen, waartoe:
I I " 10 d r a a g s t e e n e n, t.w.:
I I I» 2 s l u i t s t e e n e n , SP en SP, beide i.s.;
I I I b 4 paar z ij s t e e n e n, resp. Z^'—Z^' en Z"',
alsmede P'', waarvan Z" blijkbaar iets binnenwaarts verzakt;
Z'' ontbreekt en is vervangen door den oostelijken
poortzijsteen P'', terwijl Z^' naar binnen is overgekipt^).
De overige zijsteenen i.s.
Z^' is tevens een poortzijsteen.
IIb 4 d e k s t e e n e n , waarvan
Dl i.s., rüstend op Sl», Z\ Z^' en Z®';
>) Deze secundaire veranderingen sijn, blijkens teekeningen en plattegronden
van CAMPER, JANSSEN, KNIPHORST en DRYDEN, geschied tusschen
1848 en 1875.
Dä
Dä
Ib 2
11^
iets oostwaarts vergleden, gedragen door Z^' en steunend
tegen D' en Z®';
min of meer i.s., doch liggend op Z^ en P^', welke laatste
de plaats inneemt van den verdwenen Z®';
Zuidelijk verzakt door het overzakken
van Z^', overigens rüstend op Z", Z"», Z*' en SP.
poortsteenerif t.w.:
2 p o o r t z i j s t e e n e n , P^en P^', waarvan
Pi i.s. en Pi' op de plaats van Z"'^).
Het totale aantal steenen is derhalve minstens 15.
Overzicht:
D 4
S1 2
Z 8-1
P 1 + 1
T o t a a P l S .
Alle steenen zijn onbehouwen, doch bezitten min of meer platte,
overigens natuurlijke vlakken, welke de binnenbegrenzing van
kelder en poort vormen. Zij bestaan zonder uitzondering uit graniet.
Het hunebed verkeert in zeer goed onderhouden Staat, doch is
indertijd tusschen 1848 en 1875 verkeerdelijk hersteld; de oorspronkelijke
situatie is echter met behulp der oudere plattegronden
wel duidelijk. Van den oorspronkelijken dek- of mantelheuvel zijn
nog overblijfselen, ook buiten de perceelgrenzen, aanwezig.
N.B. De maten (vergl. Teekening D, VIII) zijn, voorzoover
de breedte in het oostelijk gedeelte van den kelder betreff, te klein.
LITEEATTLUR:
III : 1878, p. 4 - IVb : p. 47, al. 6; PI. LIII. - V : p. 8, al.
10. - V : p. 1, Anloo b; Anloo No. 83, genoemd 2de. - V^ : art.
1, 2de hunebed. - V= : art. 1. — V : bijl. b : p. 6, al. 2. - 24b*)
Bijl. Anloo, Staat sub 2 - V« : p. 3, al. 1. - V® : sub b. - V".
- V» : bijl. - VI" en bijl. sub 1. - V® : rapp. Anloo, sub Ib
C o r r . T . BRAAMS d.d. 26 IV 1869, No. 113; dito C. E. KNIPHORST
d.d. 1, X, 1870.
13 : p. 325, sub 2. - 15 : p. 7. - 21 : p. 17, al. 2; PI. I I P -
22 ; p. 357, sub 2. - 24 : Expl. II No. 1 - 2 ; PI. II No. II. - 26 :
In 1790 waren, naar ENGELBERTS, beide steenen nog op hunne plaats
(26).
-TSB m m m ^