112
LITERATUUR:
I : 1. - II : C, No. 43. - IVb : p. 14; PL X IP- = ; PI. XIII-^
X V I - ' . - V^c* : Bijl. Emmen, sub sect. C. 1161. - V" : bijl.^
sub 3. - V«i. - V®. - V®. - V«. - V". - : rapp. Emmen
sub 8 (2); Corr. L. O. TONCKENS, 22 IX 1869 met kaart.
35 : p. 2 6 9 , al. 4 . - 36 : m. - 38 : p. 5 4 , al. 3 . - 56 : p. 8, al
4; p. 10, al. 1; p. 11, al. 2, lijst Emmen 5. - 57 : Emmen 5. — 58 :p
4 6 , al. 2. - 76 : p. 320, al. 2. - 79 : p. 2 , al. 5 - 3 , al. 3, p. 4
al. 8; p. 10, al. 9 - 1 0 . - 82 : p. 17, al. 2; p. 18, al. 4I); p. 19
al. 1; p. 20, al. 8 ; p. 21, al. 1; p. 51, al. 3 ; p. 52, al. 1. - 84 :p
4 9 4 , al. 8; p. 496, al. 7 - 8 ; p. 496, al. 1; p. 198, XL. - 85 : p
15, al. 9; p. 16, al. 7; p. 17, al. 7. - 86 : p. 166, al. 2. - 87 : Teek
X L i - ^ - 88 : p. 3, regel 20 v.o. (LONG BARROW); p. 5, al. 5. -
90 : p. 3, al. 6 ; p. 5, al. 9. - 91 : p. 64, al. 1 - 2 ; p. 69, al. 2 ; p
7 4 , al. 3 . - 96a : p. 156, al. 5 ; p. 157, fig. 3 5 ; p. 158, al. 1. - 98 : p
30 al. 7; p. 22, al. 11; p. 33, al. 3, noot (2); p. 53, al. 4 - 6 ; p. 198
XL. - 100 : VII, p. 213, 5°. - 102 : p. 45. - 106 : p. 157, al
2 ; p. 160 (1). 114 : p. 10, al. 1; p. 20, al. 2 ; fig. 1 - 1 0 . - 116 : p
61, al. 3. - 117 : pi. p. 260. - 120 : p. 11, al. 1 : 2° en slot p. 53
al. 4 : 2°; PI. XII, afb. 14 (?). - 124 : p. 14, al. 2. - 125b : p
258; p. 277; p. 278, fig. 8. - 128 : p. 1, beneden. - 131. - 132
Afb. 3 - 4 . - 133 : p. 4 - 9 ; Afb. 3 - 5 , 9b Taf. IV^-' . - 134 : p
2 1 , al. 2 ; p. 22, al. 1; p. 30, al. 3 ; p. 34, al. 1. - 136 : p. 8, al. 4
p. 9, al. 1 - 2 .
D,XLIV HUNEBED (part.) VAN WESTENESCH,
GEM. EMMEN (7).
(VERGL. PL. 9 2 - 9 3 , 118-120)
Het hunebed is gelegen in het gebucht Westenesch bij Emmen,
N. van den kunstweg Emmen—Westenesch—Noord-Sleen, in
den hof, achter de boerderij van H. HOUWING.
1 1 3
Het perceel, waarin het hunebed ligt, is gelegen in de gemeente
Emmen, kadastraal bekend Sectie C, No. 4664, groot 0.2930 H.A.
Het terrein is met gras begroeid.
Eigenaar: de Heer H. HOUWING te Westenesch.
BESCHRIJVING:
Het hunebed heeft een min of meer trapezoidalen omtrek, is
overigens in hooge mate beschadigd en verstoord, doordat er vroeger
een varkenshok') ten deele overheen gebouwd was. Daardoor
is de richting slechts globaal te schatten en wel als Z.O. —N.W.
Ook de plaats van den ingang is zonder meer niet vast te stellen.
Het steengraf bestaat uit;
I a 6 keldersteenen, waartoe:
IIa 3 d raags teenen, t.w.;
Illa 1 sluitsteen? òf zijsteen, gemerkt
in elk geval niet meer i.s. en tenminste gedraaid;
IIIb2 zijsteenen Z® —" en Z®—misschien min of
meer op de oorspronkelijke plaats, doch waarvan Z"'
naar binnen gevallen en Z" blijkbaar gedraaid is.
IIb I deksteen, D®—rüstend op Z '—Z®- " ' en Z®-
tusschen D®—« en Z®—twee stopsteentjes. In den
deksteen I ingeboord springgat.
IIc 2 s teenen van dubieus karakter, gemerkt?, waarvan
de noordoostelijke met een verticale rij van 4
stomppyramidale gaten in het naar het Westen gekeerde
vlak. De andere steen bezit twee dito gaten in het bovenvlak.
Deze gaten zouden oorspronkelijk zijn, indien
zij — wat ik betwijfel — zooals beweerd is,
bij het te voorschijn komen der steenen
reeds aanwezig waren.
Het totale aantal steenen is derhalve nog 6.
Over zieht:
Sl(?) 1(-1)
D 1
Z 2(-l)
Rest 2
Totaal 6.
De steenen zijn, voorzoover zichtbaar, aan binnen- en onderzijde
min of meer vlak. Zij bestaan uit graniet.
Vergi, voetnoot 4), p. 105.
') Vergi, o.a. V " .
- s t v ,