i
IP PROVINCIE DRENTHE.
D , I HUNEBED VAN STEENBERGEN,
GEM. RODEN.
(VEEGL. PL. 3 - 4 , 119-120)
Het hunebed is gelegen 0.3 K.M. noordelijk van het gebucht
Steenbergen (kom), 4 K.M. Z.Z.W, van Roden, aan een breeden
zandweg, eene zgn. drift, westelijk van den kunstweg Norg-Een-
Steenbergen-Roden.
Het perceel, waarin het steengraf ligt, is bijlvormig en behoort
tot de gemeente Roden, kadastraal bekend Sectie G, No. 1451, 1531
en 723. Het is 0.9885 H.A. groot en afgezet met 13 paaltjes, waaronder
10 van gewapend beton en 2 van eikenhout met Inschrift
R. E. (Rijks-Eigendom). Een betonnen hoekpaal is echter sedert
beschadigd; een houten grenspaaltje ontbreekt. Een kruisvormige
eigendomswijzer, een groote, wit geverfde eiken paal met bord,
waarop zwart geschilderd, Rijks-eigendom, is omgevallen.
Het hunebed zelf hgt hoog, omgeven door een grootendeels
verdwenen, blijkbaar met veldsteenen en steenslag geplaveiden en
versterkten heuvel.
Het terrein is eene ten deele vastgelegde zandstuiving.
Eigenaar: de Staat der Nederlanden; aangekocht
van de Markgenoten van Steenbergen, bij acte d.d. December 1872.
BESCHRIJVING:
Het hunebed heeft den vorm van eene kort gesteelde T met langen
dwarsbalk en eene ongeveer O.-W. gerichte lengteas. Deze wijkt
ten Westen 98° van het noorden af. De toegang, i.e. poort, bevindt
zieh in het midden aan de zuidzijde.
Het steengraf bestaat uit:
Ja 20 k e l d e r s t e e n e n , waartoe:
I Ia 14 d r a a g s t e e n e n, t.w.:
I I I » 2 s 1 u i t s t e e n e n, S P en S l ^ waarvan Sl^ i.s. en S P
IIb (
Dl
D^
Ty>
D"
onzichtbaar, doch door punten vastgesteld en vermoedelijk
i.s.;
I l l b 6 paar z ij s t e e n e n, Z'-Z®, resp. Z^'-Z®', waarvan Z'
verplaatst, zieh bevindend Nd.W. van S P ; Z^ een weinig
verzakt; Z^ en Z° onzichtbaar, door punten geconstateerd
doch blijkbaar i.s. De overige 10 alle ter plaatse.
Z^' en Z " zijn tevens poortzijsteenen.
d e k s t e e n e n , D'-D®, waarvan
min of meer i.s., met zijn ondervlak schuin naar het
oosten afhellend, rüstend op S P en Z^', met het noordelijke
uiteinde op een lossen steen op den grond;
iets westelijk verschoven, gedragen door Z^ en Z^';
gebroken in twee ongelijk groote stukken, D' en D^',
waarvan het hoofdgedeelte, D^, steunend op Z®' en Z^',
doch overigens in den kelder gelegen; het afgebroken
stuk D' daarentegen noordwaarts buiten den kelder
gevallen, noordelijk van Z^;
oostelijk vergleden, overlangs en horizontaal in drieen
gespleten, terwijl het middenstuk nog bovendien in tweeen
is gesprongen, steunend op Z* en Z"';
oostelijk vergleden, gedragen door Z^, Z^' en Z®';
D® oostelijk tot buiten de kelderruimte verschoven,
rüstend op Sl''.
Ib 3 p o o r t s t e e n e n , waartoe:
I Ia 2 p o o r t z i j s t e e n e n , P'en P^', beide i.s.;
I Ib 1 p o o r t d e k s t e e n , PD^, noordehjk afgegleden
van P' en P^', liggend in de poort.
Het totale aantal steenen is derhalve 24.
Overzicht:
D
S 1
Z
P D
P
Rest ( i n j
Totaal 24.
Alle steenen zijn aan binnen- en onderzijde min of meer vlak. Zij
bestaan, voor zoover zichtbaar, uit graniet, met uitzondering van
D^, D'I en Z^ welke van gneiss, alsmede D® en Z^', die resp. van
dioriet en amphibool-graniet zijn. Overigens is de granietsoort van
Z^ helder rood van kleur.
PJT'