afwijkt. De poort bevindt zich aan den zuidwestkant, zuidoostelijk
van het midden.
Het steengraf bestaat uit:
l i 15 keldersteenen, waartoe:
Ila 12 d r a a g s t e e n e n , t.w.:
en SP, waarvan Sl' kelder-
Z' en Z^', terwij] SP zieh
I l l a 2 s lui t s t e enen, SP
waarts overgezakt tusschen
i.s. bevindt;
I l I b S paar z ij s t e e n e n, Zi-Z^ en waarvan
de eerste drie paren i.s.; Z* met zijn top een weinig naar
binnen overgekomen; Z"*' oostwaarts overhellend, weinig
Zichtbaar; Z= en Z^' i.s.; doch onzichtbaar en alleen
door punten vastgesteld.
Z®' en Z*' zijn tevens poortzijsteenen.
Ilb 3 d e k s t e e n e n , D^, D' en D^ waarvan
D® blijkbaar vergleden, gelegen op Z- en tegen Z^';
D" dito, gelegen met zijn' zuidkant boven Z*', Overzicht:
met zijn noordelijk uiteinde tusschen Z" en
D 3
D° blijkbaar i.s., gedragen door Z^' en SP. SI 2
Ib 1 poortsteen, pi' i.s. en met Z®' en Z'' de Z 10
overblijfselen van de poort vormend. P 1
Het totale aantal steenen is derhalve 16. ! Totaal iK
Alle steenen zijn aan den onder- en binnenkant min of meer vlak.
In bevindt zich een boor- of springgat. De steenen bestaan,
voor zoover zichtbaar, uit graniet.
Het hunebed is wel is waar sterk gestoord i), doch de oorspronkelijke
staat is toch nog herkenbaar. De voet van den oorspronkelijken
dek- of mantelheuvel is zichtbaar.
') N.B. De Schuites BOELKEN van Odoorn geeft aan, dat dit hunebed in
1818 nog -het schoonste van Drenthe was, bestaande uit 5 deksteenen, liggend
in de beste orde op de ruststeenen. De vernieling ervan heeft plaats gegrepen
in den winter van 1869 (vergi. V=" en voetnoot pag. 90). JANSSEN kende het
blijkbaar nog in den meer ongerepten toestand (vergi. 56 : Valthe 3).
LITERATUUR:
I V b : p . 25, al. 2; PI. XXVI IP-^' ) . - V^ : p . 20, al. 3. -
V^' : p. 1, sub a). - V® : p. 4 , al. 6. - V». - V"®. - V"«. - V®,
_ V™ : rapp. Odoorn, sub 5a; Corr. S. M. TONCKENS, 29 IV 1869.
Bijl. No. 4.
36 : h. - 38 : p. 60, al 2 (?). - 56 : p. 8, al. 4; p. 9, al. 5; lijst
Valthe 3. - 57 ; Valthe 3. - 57 : Valthe 3. - 79 : p. 4, al. 4; p.
9, al. 3. - 82 : p. 51, al. 2. ~ 87 : Teek. XXX. - 88 : p. 3, regel
1 v.o. (ROUND BAKROW). - 98 : p . 32, al. 2 - 3 ; p. 197, X X X . -
ICQ : X p. 223, al. 2 (zesde). - 114 : p. 9, al. 2. - 118 : p. 75, al.
7c), (XXVIIF^) en XXV'); al. 8a) XXVIIP'); p. 76, al. 2=),
XXV3. - 120 : p. 11, al. 1 : 3°; p. 53, al. 4 : 3°. - 124 : p. 27, a=.
D,XXXV HUNEBED (Zd.W.) VAN VALTHE,
GEM. ODOORN (6).
(VERGL. PL. 73-74, 118-120)
Het hunebed is gelegen circa 1 K.M. Z.W. van Valthe in het
Westerveid, zuidelijk van den kunstweg van Valthe naar den grintweg
Emmen-Odoorn.
Het perceel, waarin het hunebed is gelegen, is rechthoekig en
ligt in de gemeente Odoorn, kadastraal bekend Sectie G, No.
1531. Het is 0.0195 H.A. groot, afgezet met 4 zandsteenen hoekpaaltjes
voorzien van Inschrift P.E. Het terrein is begroeid met
heide en draagt nog de Spören van een' verstoorden heuvel rondom
den steenkelder.
Eigenaresse: de Provincie Drenthe; ten geschenke
ontvangen als D, XXXIII.
•) N.B. PLEYTE'S reproductie PI. XXVITP naar JANSSEN is foutief. PLEYTE
heeft hier, en wel in een 180° gedraaiden stand, JANSSEN'S Valthe 6 ( = D,
XXXVI) geteekend in plaats van diens Valthe 3, dat hij abusievelijk op PL
XXV^ weergeeft.
') N.B. Verwisseld met JANSSEN'S Valthe 6 (= D, XXXVI), dat echter
door PLEYTE 180° gedraaid is (vergi, vorige voetnoot).