zwollen is ( 1 0 ) , en welke daar door vêr-
der van het dier afwijkt dan de befchaafde
mensch.
S 5 3 .
Ten opzichte van de teel drift zo u ,, volgens
d o o r n ik , buiten het geflacht der Orangs,
geen dier begeerte toonen naar eene menfche*
lijke vrouw (Y).
Doch elk, die apen gezien heeft, weet dat
dit onder dezè dierenfoort veel algemeener i s :
dus hebben bij voorbeeld, de Mandril, de Baviaan
, die onder de apen wel het meeste van
den mensch afwijken, deze drift in eenen niet
minder hoogen graad ( 1 ) .
Indien wij iets konden weten omtrent den
tijd, welken de zwangere Orang noodig heeft
om hare v r u c h t te v o l d r a g e n ; indien deze tijd
door d e n Heer d o o r n i k bepaald, als bijna gelijk
ftaande met dien der menfchelijke dragt ( i ) ,
bij toeval eens naar waarheid gefield was; dan
zou
f i o j lavater, t. a. pl. camper, Ferh. over den
Orang bl. 35 pl. 4 fig- i ; als mede over het Ferfch.
der wezenstr. op onderfch. pl. sommering, § 9.
(s) bl. 163. ( 1 ) Zie ook buffon , tom. 14. p. 63.
(O hl. 164.
zou de Orang nog Hechts met andere dieren,
bij voorbeeld de koe, gelijk Haan.
De voortplanting des Negers is , volgens s c h e l -
v e r ('u) en d o o r n i k ( y ) , ten uiterfle talrijk.
Omtrent de vermenigvuldiging van den Orang
weet men alleen, dat het geflacht zeer fchaarsch
is. De vruchtbaarheid moet derhalve, met den
eerden trap der befchaving ( de menschwor-
d in g ) , aanmerkelijk vermeerderd, en, met den
hoogften (den overgang van Neger tot Europeaan),
weder zeer verminderd z ijn, het welk
tegenflrijdig is. Ten zij de oorzaak dezer uitgebreide
bevolking minder behoore tot den
Neger zelven, dan wel tot de door hem bewoonde
landftreek; doch ook in dat geval
zou Borneo met Guinea ( x ) eenige overeenkomst
hebben.
Ook de maandelijkfche ontlasting, welke,
volgens den Heer d o o r n i k , d e b u f f o n b i j
den Orang vermoedde, en door G R A N D P R é gezien
was ( y ) , is volgens de uitfpraak van den
zelfden b u f f o n ( 2 ) , als mede van a u d e -
b e r t ( 3 ) , aan de meeste apen eigen.
Dat
O ) 5 3- O ) hl. 59« 0 0 doornik, bl. 59.
(y) doornik, bl. 164. (2 ) Tom. 1 4 , pag. 31.
(3 ) Ter aangeh.pl. Discours fur la lére familie.