Stamvaderen, die zoo veel minder b e h o e f t e n
hadden, door den ongemakkelijken weg van
graniet ert quartz (k ) .
§ I5- y
Azië is hec moederland der befckaafde
menschheid: Die wil de Heer schelver niet
in twijfel trekken ( * ) , De Heer doornik
neemt het woord befchaving in een’ tweeledi-
gen zin*.' „ i. als begonnen bij eenen Haat van
het menfehelijk gedacht, in welken alle befchaving
nog op o ftond ( & ) , ” dat
zijn’ ftaat als diermensch , waarover vervolgens
zal gehandeld worden. ,, 2. als veradeling
van ’s menfehen verftandig medelijken aanleg
, welke in Azië, van de vroegfte tijden
der gefchiedenis af, fchijnt voorhanden geweest
te zijn, en in welk opzigt Azië, voor
zoo verre de 1 gefchiedboeken van het menfehelijk
gedacht ons bekend zijn , (en dus in eenen
betrekkelijken zin) naar den voorrang dingjlt (/).
Z o o
(Jt) DOORNIK, bl. 57.
CO § i.
(■ £) DOORNIK, bl. 45.
CO bl' 42.
Zoo ver nu de gefchiedboeken van Azië (trekken,
vinden wij den mensch reeds op een’ oneindig
hoogeren trap van befchaving geklommen,
dan den eerstgenoemden (w ) . ”
O f Azië eerder dan Egypte befchaafd zij (n) ,
wordt dan eerst eene onbedisbaar gefchilpunt,
wanneer men de gefchiedenis verwerpt , ter
opheldering van een duisterheid gelijk deze,
welke, op geene andere wijze, met zekerheid
kan verklaard worden. Een gefchilpunt, hetwelk
ten minste geene genoegzame oplosdng
verkrijgt, door het getuigenis der Egijptifche
Priesters Qoj. Want indien men, in het verhaal
van HERODOTUs te dezen opzigte, gelijk
in dat van elk geacht gefchiedfchrijver berusten
mag Q O > zoo bewijst dit echter nog
niets voor de zuiverheid van de bron zijner
gefchiedenis (8 ) : het is immers genoeg bekend,
tot welke buitenfporigheden het hoog gevoelen
van zich zelven, van zijnen Godsdienst
en
DOORNIK, bl. 45.
00 bl. 45.
( 0 ) bl. 43.
O ) bl. 43.
f 8) Men leze hier over de volledige en zeer naauw-
kenrige verhandeling van den Hoogleeraar de rhcer, in
het 7de deel van Teijlers ide Genootf :hap, bijzonder § 13.
C 4