zakken, waarfchijnlijk door het gedurig te
paard rijden, de zitbeenderen zeer breed en
naar buiten gebogen zijn; gelijk ook zelfs onze
boeren, fchippers, kleermakers en dergelijke
aan den ftand hunner beenen gekend worden.
§ 56.
Vrij ftellig onderfcheidt zich de mensch van
de dieren, door de plaatfmg van zijn haar. De
mensch heeft een behaard hoofd , doch de
rug is, zelfs bij den Neger, geheel vrij: bij
de dieren daarentegen, den aap en orang zoo
wel als de overige, is dit ligchaamsdeel het
fterkst gedekt (7 ) . Het haar dient, behalve tot
fieraad en ter befchutting tegen lastige ontvelling,
als een Hechte geleider, hoofdzakelijk ter
behouding der inw en d ig e warmte, en tevens
ter afwering van uitwendige hitte en andere
fchadelijke invloeden. Regen en zonneftralen
vallen van boven; de warmteftof, door de
levenswerking voortgebragt , neigt fteeds opwaarts:
dus moest elk dier aan de bovenfte
op-
(7) De langde haren bevond ik op den rug, drie duim
lang, zegt de Heer vosmaer, Befchr. van den Orang,
aan het einde%
oppervlakte van zijn ligchaam het meest gedekt
zijn (8). De mensch, op vier voeten gaande,
moest of op den rug geheel onbefchermd geweest
zijn, hetwelk zich niet denken laat; o f
de haarwortels moesten, bij de menschwor-
ding, vernietigd of verplaatst worden; welk
laatfte dan de fom der bij § 46 opgenoemde
groote veranderingen zou doen vermeerderen.
§ 57-
Het menfchelijk gelaat verfchilt van het dierlijke,
door bepaalde en harige wenkbraauwen
op de onbehaarde huid, door de lijn van den
gefloten mond, welke bij geen dier eene zoo
zamengeftelde en lierlijke buiging heeft ( 9 ) ,
en door den uitfteekenden rand der lippen,
die zelfs in den Orang dun en effen, daarentegen
bij den Neger meer dan gewoon gezwol
(8) haller, Elem. phyfiol. tom. 5 , lib. 12, [eet. 1 ,
§ 17. j. A. uiLKENs, De volmaaktheden van den Schepper
in zijne Schepfelen befchonwd. Groningen, 1801, 3
deelen 80. 2de deel, 10de redev* bl. 152.
(9) j. c. lavater, over de Bhijjiognomie5 Amfterd.
178 ;, 4 deelen , 8 vo. 2de deel, 2de fragment, § 5 en
en 9de fragm. g j .