VERKLARING d e r PLATEN»
P L A A T I.
. i . Het wel gevormd hoofd van een’ Europeaan f
zich alleenlijk onderfeheidende door eenen mee^
dan gewoon fterk uitgedrukten voorhoofdsknobbel.
De horizontale lijn (/; g~) loopt, bij deze
en volgende figuren, door den neusbodem en
het midden van den gehoorgang. Ook de ge-
laatshoek, door de lijn ( h g ) en ( d f ) in
( h ') gevormd, is aan allen gemeen.
Zie 5 30, 3r> 5° en 5 1 .
. 2. Het hoofd van eene Europifche .vrouw, met
eene vrij aanmerkelijk uit de vertikale lijn ge-
bogene en naar den Neger gelijkende bovenkaak.
* . § 31> 5o en 51.
. 3. Het hoofd van eenen Cingaleefchen Neger,
uit de verzameling van den Hoogleeraar brug-
mans. < . § 50, 51 en 52*
. 4. Het hoofd van den Orang outang o f Jocko,
genomen uit campers verfchil der wezenstrekken
pl. i fig. 2 ; met bijvoeging van (a b c d ")4
houdende onderfcheidene afdeelingen van de horizontale
lijn. (b e') Is de perpendiculairlijn tegen
het voorhoofd: ( b d') derhalve de grootfle lengte
V E R K L A R I N G der P L A T E N . *73
van den fchedel. ( O Loopt door het middelpunt
van het groote achterhoofdsgat.
5 38, 4 2 , 49 en 50.
Fig. 5. Het hoofd van eene verfcheidenheid van den
Jocko, waar van het fkelet is in de verzameling
van den Hoogleeraar mulder 5 uit de disfertatie
van w. h. crull pl. i fig. 1. § 38, 4 2 ,4 9 en 5®»
Fig. 6. Het hoofd van eenen Aap, genoemd met de
Sineefche muts ( Bonnet Chinois van buffon,
Simia jinica linnei • § 3° eH 5®*
P L A A T ÏL
Fig. 7. Het hoofd (fig. O , gezien op deszelfs grondvlakte.
• 5 3o> 42» 49 en 5®»
Fig. 8. Grondvlakte van het Negerhoofd (fig. 3 >
§ 49 en 50.
Fig. 9. Een dergelijk gezigt van het Apenhoofd (fig. 6).
Bij deze drie hoofden is de horizontale lijn, even
als in de voorgaande, door ( a b c d') verdeeld.
. § 3°» 42 en 49.
Fig. 10. Het Skelet van eenen Afrikaanfchen ftaartaap
(Callitriche van buffon, Simia fabaa linnei) ,
ftaande in eene den aap meest natuurlijke o f
klimmende houding. - § 3° > 34 en 38»
P L A A T III.
Fig. n . Een in de lengte doorgefneden geraamte van
eene vrouw, gefield op de bovenfte en onderlig