vorm overeenkomen, en te gelijk naar binnen
gebogen zijn, zoo ontftaat, uit deze vereeni-
ging, zijn vermogen van te klimmen, waar in
geen dier met hem gelijk Haat: bij deze foort
van beweging is de aap in zijne voile kracht,
deze plaatst hem in zijne natuurlijkfte houding,
gelijk de afbeelding fig* 10 genoegzaam aantoont.
S' 35-
Ook het maakfel der fpieren, naar zijne bijzondere
behoeften ingerigt, doet den aap van
het menfchelijk ligchaamsgeftel verfchillen, en
brengt hem den dieren nader.
De Huidfpier (JPannkulus carnofus'), welke
den mensch en, naar het zeggen van blumen-
bach ( 8 ) , zoo ver bekend is, ook de vierhandige
dieren ontbreekt, wordt zonder twijfel
, en met dezelfde uitgebreidheid als bij de
overige zoogdieren, gevonden in den gewonen
Afrikaanfchen of zoogenoemden Turkfchen aap,
("S. fylvanus)-, niettegenftaande deze foort, in
vele opzigten, meer dan de meeste andere , met
den mensch overeenkomt. Ook is deze fpier
(8 ) Handbuch der vergleichenden Anatomie, G'ótting.
1805, 8va. 5 301*
bij andere apen niet ongewoon ( 1 ) . Daar
nu de aap, even als de mensch, alle deelen
des ligchaams met de vingeren bereiken kan,
zoo fchijnt, aan dit dier, de huidfpier bijzonder
gegeven te zijn tot het oprigten der haren \
het zij om daar door de huid beter te reini*
gen, of wel gramfchap en woede te vertoo-
nen; ten zij dezelve behoore tot de duisterheden
, welke in het befchouwen der natuur zoo
dikwijls voorkomen.
De hreede Hals fpier ( Platijsma mij odes ) ,
welke met de huidfpier zamen hangt, is in
den aap dikker.
De Groote getande fpier (Serratus magnus ) ,
in het menfchelijk ligchaam, aan de zijde der
acht
( 1 ) De Schrijver van het boek, onder den naam van
Gabrielis Cunei Mediolanenfis apologia Francisci Putei
pro Galeno in Anatome examen, zegt dat zij den aap,
even als den hond en ontelbare andere viervoetige dieren,
eigeii is. Zie vesalii opera, edit Boerhaavii et
Albini. L. B. 1775, 2 deelen in folio. 2de deel p. 848.
Ook DRELiNcouRT voud dezelve in zijne apen, volgen^
Tyson, op bl. 26 van zijn, voor dien tijd uitfteekend
ontleed- taal- en oudheidkundig werk, genoemd: Orang
outang, jive homo fijivestris, or the Anatomij o f a Pijg-
tnie, in 4to zonder jaargetal. Behalve deze, fchijnen er
nog twee andere uitgaven te zijn van hetjaar 1699 en 1751.
G 5