(preekt alleen van het apengejlacht (z) . De Heer
d o o r n i k fchijnt den Pongo en Jocko beiden te bedoelen
, a ls, bij het 'woord Orang outang, t y s o n
en c a m p e r te gelijk aanhalende (a ). Beide foor-
ten kunnen wij dus ook ten voorbeeld nempn ; te
meer daar w ij, in de twee laatstgenoemde verhandelingen,
omtrent beide eene uitfteekende"
ontleedkundige befchrijving vinden.
Er i s , voorzoo ver mij bekend is , geene af beel-
ding van het geraamte van een dezer beide Orangs
in het licht gegeven, behalve dat van den (bij §38
no. 2) genoemden jongen Pongo van t y s o n , hetwelk
josEPHi gevolgd heeft (5 ) . Uit de befchou-
wing nogtans van de voorhanden zijnde geraamten
van den Jocko, uit de geheele houding van het
dier en het getuigenis des Heeren c a m p e r ( 6 ) ,
is het bekend dat deszelfs Ruggraad niet meer
gebogen is dan bij andere apen; doch fchijnt
de evenredigheid tusfchen hoogte en breedte
der wervelen meer menfchelijk te zijn. Aanmerkelijk
langer daarentegen, dan bij de meeste
apen, zijn de achterfte o f dorenvormige
uit-
( * ) § 7-
(а) hl. 162.
( 5) Anatomie der Saugethiere, pl. 2.
(б) Orang outang, bl. 71.
uitfteekfels der halswervels; ook zonder eenige
fplijting, dewijl ook hier de nekband (Liga-
mentiim nuchce) ontbreekt. Het getal van de
wervelen der lendenen is in den Jocko vier, die
van het heiligbeen drie, (7 ) . Bij den Pongo zijn
beiden v ijf, (8).
In de Borst (laat de grootfte breedte tot de
diepte als 1 1: 9 ( 9 ) , bij den mensch als
24:11 ( 1 ). Het borstbeen is breed. De 12
ribben heeft de Jocko met vele dieren gemeen.
In den Pongo zijn 13 (2).
Het Bekken is geheel gelijkvormig aan dat
der apen ( 3 ) , met uitzondering van de platte
zijde der darmbeenderen, welke niet met het
heiligbeen regthoekig (laat, maar met hetzelve iri
eene gelijke horizontale vlakte ligt; terwijl ook
de bovenranden of kammen aan de voorfle punt
lager zijn dan achter. Nogtans komt hierdoor
het bekken den mensch niet nader, dewijl deze
been-
( 7 ; camper, bl. 23, en pl. ifig . 7.
(8) Volgens tyson, p. 93»
(9) CAMPER, bl. 7 0 .
(4 ) Naar de tabuLe fceleti van albinus.
(2 } tyson , fig. 5. cuviER noemt twaalf; /. c. I d. p. 206:
doch houdt misfchien den aap van van wlrmb, of eenig
ander, voor den Pongo.
(3) camper, bl. 78, pl. 3 fig- 7'