
s. Maar eene Vnbaiterings • oorzaak , welkt
anders t Vermogend genoeg is 'f, kan óokiru
tegendeel veranderd, ja verzwakt worden,
[door het bykomen van andere omjlant
digheden , : vooral indien dezelve , als met
de andere tegenjlrydig , daar tegen aan
werken.
Hier Van daah «iet meh by voorb. overal in
onderl'cbeiden gèdcelteb var; den Aardbol, fchoon
ze ook onder denzelfden graad van Aardrijkskundige
breedte mogt.cn gelegen zijn , echter eene
zeer verfchiilejide getempèrdheid der Lucht, en
een even yerrehillend., en; fomwyleo byna tegen*
overftaand uitwerkfel derzelve op de gedaante der
Dieren , naar raaate dat z e , het zy door eene
hooger of laager ligging , of door de nabyheid
der Zee, of van’ moeras fen y héfgen» of bos*
fchen , of door het onderfcheid van-xene heldere
of mistige Dampkring , of door eenen. zonderlin.
gen aart der grond, en andere diergelyke omltan.
digheden, onderling verfchillen.
3. Somwylen moet een fterk. in't oog kopend
Virbasterings . verfchijnfel, niet zoo zeer
aan eenen onmiddelyken, als wel aan eenen
middelyken, verafgelegen , en op
het eerjle gezicht verborgen invloed van de
eene of andere oorzaak toegekend worden.
Hier
Hier Van daah moet mén by voorb. de don*
Rere kleur der ,Volken niet enkeld van de onmid-
deiyke werking der Zon op de huid1 afleiden, maar
ook van een minder bekend vermogen derzelve,
gelijk ze zulk een zeer aanmerkelijk vermogen heeft
©p de verrichtingen der Lever.
4, De veranderingen uit zulk tenen middelyken
invloed der oorzaaken ontjlam fchy-
nen fmwylen des te dieper wortelen te
fchieten , en ook des te bejlendiger op de
volgende geflachten voortgeplant U worden.
Hier uit kap men by voorb., indien ik my
niet bedrieg , de reden afleiden , waar om de
zwarte kleur, welke men onder de verzengde Lueht-
ftreek gekregen heeft (§. 35.}, ook onder eene
andere Luchtftreek langer Rand houdt, dan d®
blanke kleur der Noordbewooners, indien ze in de
Zuidelyke gewesten overgebracht zijn.
5. Eindelijk zoo kan ook die middelyke in-
vloed dier oorzaaken zoo diep verborgen liggen,
, dat men er zelfs nog niet naar kan
gisfen9 en tot hier toe de raadzelachtigt
Verbastering* - verfchijnfelen Jlechts tot dezelve
, als tot hunnen oorfprong, brengen.