
wasfer. In May.landifchen ist fïe in ^'ewisfeti
3, gegénden unter dem Landvolk fo Mufig,’dasf
3, man befondere Hospitalet fllt dërgélir'cheh hat
3, errichten, musfen. Man weisf npch nicht die
3j -iirf^che diefer krankhëit anzugeben? deren' zu-
3j nähme aber doch wahrfchèinlich in dér befchäf-
33 tigune und den nahrüngsmuteln der dafigen Eand-
33 leute Iiëgéh müsin ' jD'JSr Eäira ist' &ór&ftig und
3, heisf, und er wird viel Rèisf gebaut und geüöS'*
3, len! Vielleicht liegt hièrinnën etwas. W^fftecv
3, kend ist jle nicht. Es, ist zu bedauern, dasfj'
3,'Tq. viel ich weisfhoch keine
3, der an öder wahrend diefer krank heit virftprbei
33 nen Perfonen bekannt gemacht worden find.’*
§. 38 ƒ bl. p2. .1 . ■ /'"Vtide'f''(iw;
taethio'pia. Dit woörd heb ik onvertaald moeten
Iaaten, daar ik in bnze taS'l'^ëén woöïd farnen wist
te fléllen, rt geen- gënoegfaam den zin van ’c woord
TeuCaethiopia uitdrukte. '1 - !Wtnt
eveh' barbaarsch en 'OnVefftäanbaäf zijn/ als het
gemelde woord zelve is vÖör hem, die niet weet3
wat men er door verdaan' moet. Genoeg: dan, dat
men wëetë, dat het haar de kracht der-Griekfche
woorden, waar uit het famengefteld
Wi9-/o4')3 de witte huid - ongefteldheid der Aéthio’-
piërs, met de daar mede gepaard gaande ziekelyke
toevallen te kennen geeft: doch daar deeze ziekte
aan de Aethiopiërs niet by zon der eigen is^ maar
ook by andere Volken gevonden wordts moet men
t|je benoeming van Leucaéthiopen en Leucaethio-.
l i l
pla in èenetfruimeren zinneeroen: en daar de A *
teur zelve»,by §• i9- uitvoeriger daar over,handelt,
behoeve ik hier m “ et langer daar medé
optehouden.
S 44,, bl. jio. • • .J Schooft
men het fcherpzmnig vernuft van den Auteur in
deèze hypotheie bewonderen tooet, fchijnt dezelve:
echter tot dus verre niet Voldoende om deezd
duiftére iaak op té helderen.
5 Want gaf men al eens toe, dat men den oorfprotig
dier zwarte of bruine kleur dat koolftof-
feink beginfel, (Carboniu’n)zoeken moet, zoo is
er echter nog’ fceen'e reden, waarom die köèlftof in
teLm g in g met de waterftof § juist
ander eene olyachtige gedaante moet afgefcherdea
worden. :
‘ Is die nederploffing, al verder, welke door
de bekomende zuurmaakende lucht (Gasoïygitem)
„it den Dampkring gefchtedèn.moet, wel zoo waars
fchiinlijk als 1 Auteur ze opgeefm men,wedt de
eroote verwantf<^ap ,,van de koolftof met zunrmaakende
iuclvt: — zoo nu die lucht, tot het Mal-
pighiaanfebe ftijmvlies doordrong , moest er dan
niet aanftonds kooHucht, (»Gas uit ont~.
' {laan, en cr dus geene nederploffing, maar veel
eer- eene opflorping plaats •hebben?
de moeten vooronderftelleu, dat het Malpighuanjèhe
fliirovlies 'zulk eene grppte menigte Oly be