
ÎV. Äfd» ERlS-SLBGHÏé
Dolgens eene allereenvou\yigfte trapswyze opvol»
ging voortvloeien# /
Maar ten tweeden, is die zelfde 3'tani blank
van kleur, welke men insgelijks voor de oorfpron»
gelykè kleur van *t me'njfchérij.k geflächt houdett
mag, daar dezelve, gelijk Wy hiér boyeö gezégd
hebben (§. 45.) ligtélijk in
terwijl hét integendeel véél, fnoëijèlyker is, dat de
Zwarte kleur (wanneer naamèlijk de affchéidingén
öeerploffing van die köolftofieïyke Verwe (§* 440
teem diep ingeworteld is} in eenè witte verandert#
: l
Ëi) jDtf Möng o l i f ehe ppirfcheidetihelde
Dezelfde dre men Wel èef gemeenlijk, dofcti
ln eenen onzêktrén zin de Tärtaarfche noetiidfe(r)>
en welke bénaaming in het onderzoek näar de ver-
fcheidenheden des menfehdykeh geflachtS, Waaf
over wy thans handelen, veele dwaalingen heeft
doen gebooren Worden; 200 dat by voorb. B u ffo
o
x (t) Vergelijk over den oorfprong dier, verkeerde; verwar*
ring, waar dpor tnën dèn naam van Tartaaren aan de.Mango
lifche Volken heeft begonnen te gëeveiï J. E. F i fc h e r ,
tonjecturüe de gente et nomine Tartarorunï inzy ne Quaejlionei
Petropolitanae bh 4<5. — en deszelfs Siberifche Gefchkhte K
P. b. 28. 142# i
ËËNÈ MËNgCH SÔÔRÎV
fön en zyrie navolgers door die benaaming misleid,
de nationaale characters der Mongolen, die
zy uit de otide Schryveren gehaald hadden (u}9
welke dezelve onder den naam .van Tartaaren be-
fchreven hadden, op de echte Tartaaren zelve (die
buiten twijffej tot de eerfte^door ons opgetelde
verfcheidenheid behooren) verkeerdelijk hebben
toegepast.
Voor ’t overige gaan de Tartaaren in de daad
op dezelfde wyze door de Kirgifen en aangrenzende
Volken in de Mongolen over , als deeze
door
(u) De écrite bron, waar uit de hedendaagfché Schiyvers
«ver Nat. Hift. de zoo diktnaaien herhaalde befchryving Van
Mongolen onder den naam van Tartaaren gehaald hebben,
hebbe ik gevonden in een’ brief van zekeren Y v o Narbo-
-nenfjs, eenen geestelyken in ’tjaar 1243. aan G ira i dus
Aartsbisfchop van Bourdeaux gefcbreven, en door zynen
tijdgenoot Matth. P a r is , eenen EngeIfcben Monnik te
Viviers in zÿae hifiorîà mjorÈl 530. të hohdën nitgégeven
in 1686. fol. ingevoegd. Deeze brief van Y v b handelt de
horribüL vaßatione inhumanae gentis quam Tartaros vacant , en
befchrijft ze met de volgende. wgorden ; ., Habent autem
» Tartari pectora dura et robufla, faciès moeras et pallidas, fca-
„ palas rigidas et erectas, najas difiortoS et breves, menta proSmi-
„ nentia et acuta, fuperioremmmdibalam humilem et profundam,
» dentes longes et raros, palpebras a crinibus usque ad najum
„ protenfas, eculos inconßantes et nigros, afpectus obliquas et
„ term, extremitates osjofas et ne'rvofas, crura quoqüe gros fa,
|L fed tibias Irevlores, fiatura tarnen nobis aequales, quod enim in
j» tibiis deficit, in Jupermi corpore cempenfatur