
groo£ eene aangebooren verfcheidenheid er plaats
hebbe tusfcben de menigvuldige Gefiachten en
Hatieën der Menfchen zelve; andersdeels over-
weegen » of deeze verfcheidenheid hebbe hun*.
Hen ontftaan door ce verbasteren , dan of dezelve
zoo grogt .#y g; dat mengeel èéV verfcheiden oor',
fprongiyke grondfoorten van het Menfchelijk Ge-
llacht zoude moeten ftellen, Doch eer- ik daar
tóp .pyefgaft. > moet men nog. twee vraagen over-
weegen
I.) W a t men in de. Dierkunde door soort ver-
2«) Hoe over *t algemeen een grondfoort in eene
l' VETR s ch e i je>e $ HEii> verbastert* ||
Dan van elke vraag afzonderlijk»
§• 23«
i ') W a t i i een so o r t ?
Wy zeggen dat Dieren tot een eé hetzelfde
Soort behooren, ind.jen dezelve in maakfel en
geftalte zoo veel met elkandereb overeenkomen^
dat die dingen , waar door ze onderlipg verfchii-
^en » do^u* te verbastert alleen hebben kunnen
onfftaan.
• yerfchillend? Soorten nitegendeel ppeipen
wy
wy dezulke , waar van tót onderfcheid. zoo wezenlijk
f e l # * » # zelve idt de bekende oorzaken
van verbastering niet kan verklaard worden.
! Dit alles gaat tot hiertoe wel, in lt afgètrok-
kene befchouwd.
. Maar om-nu die katteken* aan dén dag-te
leiaetry vraar dbor wf ■ m
P !ob»ê verfchéidénhédefi van de echtenoot-
iten ond*ériin£"kuilne« onaferfdHeiden^zulks is ee-
•ne-zaaïj wélke niet zboi getnaktelijk is.
Dé oniletffelyke Ray.'beieft wel reeds in de
roórige ienw i en dus lang voor B u ffo n , ge-
« d& ld i' '-m ïnei.'.koodasffliie-Dieren tot Hetzelfde
fodrt brengen moest-, welke zich onderling
mengen, en vruchtbaare jongen teelfem
Dan daar dit kssntekfO-.^^ff^^öSJêR-P.?^"
w fchijnt te zijn^in de .huisdieren , | | |
Mensch zich heeft ondcrgcfclnkt gemaakt, iuk
hoofdewan het gedwongen; leven ’t .weljf zy leiden
zoo heeft de foherpzionige (F r is t* , rn
het begin deezer Eeuw , . dat kènteken alleen beperkt
tot de wilde Dieren, en'verklaard s'dac
zflódaaoige Dieren tot hefzelfdê Soort behoor*,
Thkrë vón Natttï mit
G 4
éinhnder
n