
andere diergelyke verfcheidenheden by fomï%ig$
Menfchea wel eens fpeelt, en dat dif formaat
Biet anderen daar naast aan grenzende,, trapswyze,
én als met eenen onmerkbaaren overgang in eea
vloeiq, dan men kan echter niet ontkennen , dat;
hetzelve over* ’t algemeen, eene , en wel eene zeef
merkelyke. beftendigheid van eigenaartige kentekenen
bezit $ welke tot het nationaale wezen zeef
veel toe brengen, en volkomen o vereen Remmen
met dat gelaat, T welk aan. de verfehelden Na-
tien eigen is. Die beftendigheid. heeft ook fqm-
mige Toortreffelyke On,tleedknndigen federt Adr,
S p ig e liu s (O er op bedacht doen zijn, om
een zeker richtfnoer der onderscheiden afmeetin-
gen te bedenken ten einde daar naar- als met een*
maatftok de verfcheidenheden der bekkeneelen to
bepaalen , f en onder zekere clasfen te rangfchik-
ken.: en onder die uitvindingen- verdient voor al
afzonderlijk gewag gemaakt te worden van de ge«»
laats * lijn van den vernuftigea Camper (kj.-
( i ) De corporis humani fdbncet, bl. 17.
' ( * ) Zie zyne kleinere Schriften I. Öeèl I. St. b l.'i^
Naturgefchichte des Orang- Utang bl. igr. M2. On zijn $&
zonderlijk boek über den natürlichen unterfchied der gefiehtp
enz.
§♦ 59-
Melaats'* l&fn vm -Camper.
Hy verbeeldt zich dan, een bekkeneel van
ter zyde beziendè, twee Tynen wplke elkander
fnyden. De eene naamelijk horizontaal loopende ,
getrokken door den uitwendigen ge hoorweg en den
bodem der neusgatèn: doch de andere welke het
vooruitfteekend gedeelte des voorhoofdsbeens boven
den neus raakt, en van daar tot aan den uit-
terftch rand der tandkasfen van de- bovenkaak hee-
hen loopt. Uit den'hoek nu wélke gemaakt
wordt ter plaatfe daar die twéé lynen tot elkander
komen, meende die voortrefFelyke Man dat men
het verfchil der bekkeneelen zoo by de Beesten,
fis by de verfchillende Natiën van het Menfche-
Jjjk Geflacht berekenen moest.
§« 6q.
Aanmerkingen, daar op.
Dan zoo ik my niet bedriege, dunkt het
my dat die regel aan meer dan een gebrek mank
gaat.
Want voor eerst '} het geen toch uit het geen
3k gezegd hebbe over de verfcheidenheden van het
nationaal gelaat (§. y£T.) tcn duiddijkften blijkt,
O 5