
» enz.
volgende aan de Caab de Goede Hoop
naar ’c léven gemaakt, ‘ en aan Keizer
Jofeph II, te Weenen gezonden.
Eene naauwkeurige Copy beeft my de Heer
de Jacquin yereérdi
Ï2.) Karmup , een Namaqmfcke Hottentot
*30 Kos jo, een Gonagua/che Hottentot| op de
grenzen van Cafferland.
14O Koba , opperhoofd der Coffers.
ï jO -Pufeka , deszelfs dochter*
d.) Van de Americaanfche.
ïAi)Eèn in woon er van Ter rel del fut go ,
Straat van Magellaan.
*70 Eene Vrouw van het zelfde Volk.
by de
e.) Van de Maleitfcht.
*^0 Twee Mannén uit Nieuw Zeeland.
ipO Een Nieuw Zeeiandfch Opperhoofd.
«©O'-Twëe Jorigeliögën van
Alle de e zey " zoo wél als de,»tekeningen
■ van de-nabuurige bewóonèrs van de Straat
van Magellaan , zijn geïnaakt naar de
onuitgegeven origineelen, welke de Ridder
Baronet Jofeph Banks * van zyne
Reize rondom de Waereld heeft medé?*
gebracht;
e e r s t e » a f b e e l i n g *
o VER HET
O N D Ë R S C Ë E I D
T U S S C H È N D E N MENSCH
E N
DE OVERIGE D IER EN .
§. i.
Moeijelijkheid van het onderzoek,
jHl jL, y die óver de verfcheidenheid van het Meö-
fchetijk Geüacht fchryven , en al dat geen vermelden
zal , waardoor de Hammen der Menfchen
ih derzelver Lighaams-geftalte onderling verfchil»
]ën‘> moet vooral zich toeleggen , om dat verfchil
te vinden, welk tusfehen den Meiisch en de
overige Dieren plaats heeft. Dan hier gebeurt
ook, ’t geen men meermaalen in de beoefFening
der Natuurlyke Hiftorie, en wel voornaamelijk
der