
deren^ .heb, ik,by,;v^eIerI^,Zoögdieren;.van o»,
dejjcheiden Ordens, ; duidelijk oenen Kittelaar!waar*
genomen, en in :eenfgen eenen vry grooten ,
als ;jm.den Maympn'). g% ^pris^iLfc»
mr-tardigmdus} • doch .. den aJietlangften , ter
glQQtte van ,e$ne kleine y.ujse:J eb jk-;,gezien, m
Sefle ¥jPv^ch CQtipena MoopsJ^vaü Xnee: en vijftig
voeten lengte , welke ik, kort na .dat*.ze in de
Maa£&-December.,$ 3 9 1.. by. Zandvoort in Holland
Se^nand was , naauwJceurig* bezichtigd heb.
> in een Mbngns.-{Lemur Men»
« R f j we,ke JE gedünrende yeele jaaren leevend-
0jiS$m heb, ^¥ace,rvleugels gevonden , welke*
^lftreke gelijk -die der Menfchen waren.
§• PCO
De Mensch is, een tweehandig Dier.
■ v-Uit. het geen; tot hier toe nopens den opge-
lichten gang van den Mensch gezegd is, yloeiü
nu het groote voorrecht van deszelfs uitwendig
maakfel voort ,. naamelijk het^aüervrijsp§ gebruik
vm twee allervolmaakte Hai;dfna in welker maak-
fel; hy toch zoo ;verr,e de/ overige Dieren over-
treft r dat daar uit de bekende\valfche iluitreden
vgn .An a -x a go ras - haaren oorfprpng genomen
heeft,, welke jp onze dagen door H e 1 v e t i u s op
nieuw wederom is opgehaald : „ dat de Mensch
), daar-
„ .daarom het allerverftandigfte ".Dier fchijnt tö
„ -zijn , om dat hy handen' heeft/’ nn
; Dit gevoélen waarlijk: luidt. al te vreemd*
ïpeer, fchijnt integendeel het gezegde' van Ari*
fto te.les raet de 'waarheid der Natuur over eem
te - k o o me n d a t de Menseh alleen in de daad
]j*p handen heeft, • whlke WapF*.:hapden 2pjn/*
daar in, de.Menschgelykende ^ p en ' zelve , hec
voornaamfte deel der hand , te weetën ie Duim *
naar evenredigheid kort is , byna zonder nagel y
en , | om de woorden van den grooten E u f t a-
e h-i.u s te gebruiken,,zeer b-elacchelijk : zoo
voorzeker :gee®£, ^andere hand , dan die van
den Menseh ,; 'dfcn-: naam yerdient van het Werk-
tuig- Jer jTer Huigen,. welken eertytel die- Stagiriti-
fchn^'Cntlcfdkundige aan dat Lighaamsdeel gege-
§• fö.
Dé jiapen integendeel, en anderè diergeïyké
Dieren , ‘ zijn vierhandig»
De Aapen en andere gemeenlijk menschgeïy-
kend genoemde Dieren, uit ' het. Gedacht der
Baviaanëh | Meerkatten en Spookdieren , kan mea
in dö'daad 'niét tweevoetig of viervoetig noemen,
maar vierhandig/' Want hunne achtervoeten hebben
Insgelijks eenenJWaaren Duim,V en niet eene groofe
Toon? wejke pan den :twcevoetigen Menseh at.
leen