
Menschkunde tot hiep toe hebben willen vermeerderen.
En eindelijk, op dat het ook blyken zoude,
welke voorwerpen, daar toe behoorende, my
nog ontbredken, en met welke dezelve, zoo
zy' er nog gelegenheid toe mochten hebben, en
my even goedguriflig zijn, * dat Kabinet verder
jsouden kunnen vermeerderen.
L
BEKKENEELEN VAN VERSCHEIDEN
VOLKEN.
Het uitgezochtfle van deeze Verzameling,
zoo wat liet getal als de verfcheidenheid betreft,
voor zoo veel ik weete, eenig fn zijn
foort, daar de foortgelyke Verzamelingen
van Camper en Joh. Hun ter, in dien
opzichte met dezelve geenszins vergeleken
kunnen worden, heb ik in een drietal bundels
uitvoeriger befchreven, en met de
naauwkenrigfte afbeeldingen opgehelderd,
waar in ik vermeld heb , door wat gelegenheid
, en door welken weg ik elk Bekkeneel
bekomen heb: waaróm ik dan ook
over yt algemeen by dien kostbaaren jfchat
«ene Verzameling van eigenhandige brieven
b«-
bewaare , welke , als zoo veele bewyzen ,
de echtheid van elk voorwerp ftaaven. Alle
die geene welke maar eenigzins twijffel-
achfig. zónden kunnen | fchynen , zondere
ik daar van af.
A.) Vijf - uitgelezen ft e voorbeelden van de hoofd-
verfcheidenheden van ’t Menfchelijk Geflacht:
te weeten
a. ) Van de middenfte, naamelifk de Cauetu
Jifche.
1. ) Van eene Georgifchè Vrouw. Plaat I.
fig. 2. II. fig. 3-
(Dec. cranïor. illujlr. III. tab. 21,)
Een gefchenk van deti Hoog Welgefe.
Vryheer von Asch.
Van de beide uiterfte, • te weeten
b. ) Van de Mongolifche verfcheidenheid.
2. ) Van een Rendier - Tungufe. PI. I. fig.
i.T L fig . 2.
(Dec. II. tab. 16.) 1
Een gefchenk van denzelven.
ene.) Van de. Aethiopifche.
3. ) Van eene Aethiopifche Vrouw uit Guinea.'
PI. I. figi 3. II. fig; 5. "
(Dec. II. tab. 19*) •
G. van den zeer beroemden Utrecht-
fchea Hoogl. J. v.G eun s.
Ein