
f* II. Afd, ALGEMEENS
I a9*
3.) D< Cejlalte*
Ten opzichte der gtftöltc , ii het önderfcheid
tusfchen een Patagonier en een Laplander veel
geringer / ; dan het geen men Reeds in andere
Huisdieren van verfchlllende WaereldRreekeo waarneemt,
Dus zijn by voorb. de Zwynen, welke
uit Europa op. het Eiland Cuba overgebracht zijn *
tweemaal zoo groot geworden als te vooren (&),
Even eens is het gelegen met het; Rundvee
’t welk men op Paraguay heeft dvergebracht
( c ) enz.
S- 30.
4>) De figuur en evenrtiig'htii
dtfr deelen.
Wat de evenredigheid der dëefeiï betreft, welk
eene aanfnerfceïyke verfcheidenheid is er niet tus-
fchen de ArabifcHe en Syrifche Paarden , en dio
van het noordelijk- -gedeelte van DuitsChland ; 'tus-
? fèhen
0 > Zie V o i g t ’s Magazin têr aangehaalde piaatf.
(O Vergelijk F. SayejvClaviger© Stori» mie* del
Mesftco T. IV. bh W*>
VERBASTERING^ ÖORZAAKEtt. H
fchen dn langpootigë Koëijeri van dfe Gaab è l
Goede Hoop * en dë Èngélfche kortpootigen.
De IZwynén in Normandie hebben de achtëN
pootën'veei langer dan de vöofpooten , enz.
Dë Roei jen in ibmmige Ëngelfche Provinciën*
in Ysiand, enz. hebben in \ geheel geene hoornen
f f im dë SiCiliaanfcMe integendeel: hebben
l ip ■ jéèër* fiatti'gf t om nu niet te fprëekén van dë
Verbaazend lange hoornen der Abysüorfehe Run»
dètett y JÉsÉ als ;de Ridder Banks èr my getoond
heeft , welke , indien men Bruce geloöven mag*
veel eer fchynen toegefchreven te moeten worden
aan eene ziekelyke oorzaak.
Doch het veelhoornig Schaap kan men hief t&
recht opnöcmen : - en wat de verfcheidenheid der
hoeven betreft, geheele Rammen van Zwynen*
welke zod wel ongefpleten , als in driéën gcfple-
ren klaauweü hebben ( e ).
Ten opzichte van andere deden , de breed*
Raartige Sdiaapen ; de gekuifde Canarievogels (ui
Duitschland gemeenlijk Kapp - Pögel genoemd) *
en andere diergelyken.
( d ) Vergelijk ook Hippocratc's de agrièus : 0
lecis S. 44*
(#■ ) V o i g t ’s Megazin ter aangehaalde plaats.