
Jhaïrlooze gladheid van,het Menfchelfjk JighaatEf.,
en onderzoeken in hoe verre dezelve tot de onder-
fcheidende kentekenen tusfchen den Menseh en
andere Zoogdieren , welke hem eenigzins gely*
ken , gebracht kan worden, , Linnens beweert
w e l, dat er ergens op den Aardbol Aapen gevonden
worden, welke minder hairig zijn , dan de Menseh; -
doch ik béken openhartig*» dat ik tot hiér toe
vruchteloos gezocht* heb, waar ter waereld die
Aapen te vinden zijn. Men weet integendeel
nit de eensgezinde overeenftemming van geloofwaardige
Reizigers, dat die mensehgely kende
Aapen, welke mén gewoonlijk in ’t Maleitsch
Drang Utang noemt, en zoo wel de Angólafche ,
als die van het Eiland Borneo, als mede de lang-
geÜrmde Gibbon , van natuure. zeer veel ruiger
zijn , dan de Menseh; en de voorbeelden van
die Dieren, welke men op verfcheiden plaatfen in
Europa gezien heeft, bevestigen zulks insgelijks;
daar dezelve, fchoon ze hunnen volkoihen wasdom
nog niét hadden , en van een zwakkelijk
geflel waren, niet te min hairiger waren, dan
de Menseh.
Doch dit is buiten twijffel waar , dat men
Lier en daar Menfchen ontdekt heeft, en wel
voornaamelijk de bewooners van eënige Eilanden
van de Stille Zee, welke zeer ruig van lighaanj
zijn; waar van men echter tot hier toe een fitauw-
J&eftriger befchryving hebben moet.
De
De eerfte, welke van dezelve gewag gemaakt
heeft in zyne Zeetochten, 'is de Heer Spang-
berg ( r ) , welke op zyne terugreize van de
Kusten van Japan naar Kamfchatka, verhaalt»
dat ,hy zoodaanig een Volk gevonden heeft in de
Zuidelyke Kurilifche Eilanden ( 43°* 'SP% bree**
te) ( i j .
De Heer J. R. F o r fte r ( t ) ? heeft flechts
hier en daar enkelde diergelyke van de algemeene
regel afwykende voorbeelden gevonden onder de
Inwooners der Eilanden Tanna, Mallicölo en
Nieuw Caledonien.
Ook zegt men, dat er zulk eene Stam te Su~
matra is , welke de binnonfte deelen van dat Eiland
zou bewoonen , en Orang Gugu genaamd
zijn («•)*
Maar
Crj Mul j e r ’s Summlung Rusjifeher Gefchichte , 3* Lee)
bladz. 174. " • [ - * ■
( 4 Zonder twijffel het Eiland Nadigsda, van wleqs,
Inwooners de Reisgenoot van den grooten CoÖk, Jac*
R j n g , het zelfde , doeh alleen van hooren zeggen|
vermeldt in to the northern hemisphere T.III*
B Zie zyne Bmerkungen auf feiner Reife um die ffliète
bl. 21S.
(tt) De geloofwaardige Schryver over dit Eiland, d»
beroemde Marsden , Vermeld! ’t geen hij van^dezelven
heeft hooren verhaalen Jn zyne liïfary of Sumtra , bl,
35. noot *).
| 3