
A. B e Caucafifche,
B. D e Mongolifche,
C . D e Aethiopifche,
D . D e Americaanfche,
en E . D e Maleitfche.
D e Caucafifche verfcheidenheid heb Ik, om hier
na te melden redenen, in de eerfle plaats gefield,
dat men voor den Stamvader der overigen houden
moet.
Deeze is van wederzyden in twee zeer verre
van elkander afgelegen en onderfcheiden ukterflen
overgegaan, aan den een en kant naamelijk in de
Mongolifche, aan den anderen in de Aethiopifche.
D e midden- plaatfen nu tusfchen die eerfle
grondverfcheidenheid in die beide uitterflen, be-
Jcleeden de twee overige :
D e Americaanfche naamelijk, tusfchen de Ca»,
cafifche en Mongolifche.
D e Maleitfche tusfchen de Caucafifche en Aethiopifche.
%
% §. 8 2.
Kenmerken m grenzen dier verfchejdehhedetim
De vijf verfcheidenheden nu fchynen over \
•algemeen door de volgende kehiekenen en béfchry-
vingeti bepaald te Tnoeten'wdrdên. ‘ ‘EéFik' echter
tot het optellen daar van overgaa, moet ik* eéne
tweeledige waarfchduwing vooraf laaten gaan: voor
eerst, naamelijk dat uit hobfde der veelvuldige
trapswyze verfcheidenheid dier kentekenen , het
een of ander Ï1 echts niet'vol doen dfe is,' maar dat
men er meer dan een famen genomen nodig heeft;
ten anderen dat zelfs niét die famenloop van kentekenen
zoo beftendig is; en zeker doorgaat , o f ze
is voor üDtélbaare uitzonderingen in elk dier ver-
fcheidenheden vatbaar, Intusfchen is deeze vcr-
deeling zoodaanig ingericht, dat ze over het alge-
meen een vry klaar en duidelijk denkbeeld der zei.
ven krygen doet.