geen «nder Volk • hoegenaamd gevonden wordt;,
t welk zulke hoofden heeft als dat Volk. Hy
zegt wel, dat het in den beginne een volksgeh
u i l was om zulke lange hoofden te moeten hebben
; maar dat, de Natuur zich naderhand met dat
gebruik vereenigd heeft- want datjhet by de Ma-
crocephali voor zeer fraay gehouden wierdt een
zeer lang hoofd te hebben. En dat men dit gebruik
in den beginne op de volgende manier be-
werkftelligdezoo dra een kind .by hun gebooren
was ,v .drukten zy deszelfs hoofd, dat nog week,,
gelijk wasch of natte kley, is, ten fpoedigften tus-
jfchen de beide handen, en dwongen hetzelve,
^door het dus te fatfoeneeren , >om. in. de lengte
uit te groeijen : ja zelfs knelden zy het tusfchen
windfels , ( en verbonden het metd^artpe gefchik-
te werktuigen , om te beletten dat het. hoofd rond
bleef, en om de leDgte van hetzelve te vermeerderen.
Dat dit volksgebruik eindelijk gemaakt
heeft dat hunne hoofden die gedaante kreegen,:
maar dat ook by vervolg van tijd de Natuur zelve
ze zoo voortbragt , s zoo dat het yporig gebruik
om, ze in die gedaante te dwingen niet meer noo-
dig was.
De reden van dit zonderling verXchijnfel tracht
,de (Joïfche grijsaard, uit zyne beroemde Voorttee-
.lings hypothefe te verklaaren , welke tiet veel
met die van Buffon verfchilt,* en waar by hy
meepde dat het Teelvocht uit alle deelen des Lig-
haams ontftondt; en daar uit als 't ware afvloeide,
dat
dat dus de gedaante der verfchillende deelen in
het zelve, als in een* vorm, opgenomen, toe
de formeering der vrucht verzameld wierdt.
Dat het daar van daan dus komt dat uit kaaien
, kaale , uit blaauwoogigen , blaauwoogige »
en uit macrocephali, piacrocephali gebooren
worden.
Iets diergelijks vindt men naderhand ook vermeld
van andere Volken , by voorb. van dePeru-
aanen ( r ) en Genueefen (r).
Over ’r'algemeen laat ik tót nog toe die zaak
daar, en beroep my alleenlijk op ’t geen ik hier
boven , (§. 39.) by gelegenheid van andere dier»
gelyke verfchijnfelën, vermeld heb.
(»•) Zie over de Inwooners van de Provintie Puert*
tfejo Gardanu?;^ rprum varietate III. D. bl. 162. van.de
Uitgave van Sponf £s.
(j) J. G. Scaliger Cmment. in Theophrajlum de caujid
flanturutn bl. 287.
S- *4.