
530
overige gedeelte der, Natuurlyke Hiftorie waar
dat er byna geen fabeltje, hoe ongerijmd en be* *
fpottelijk ook, ooit in dezelve verteld is, of er
'ligt iéts waars onder verborgen, ’t geen alleenlijk
door eene" leugehachtige vergrooting of verkeerde
uitlegging verontcierd wordt (ƒ_),
Uit dien grooten hoop echter van wonderlyke
VerfchijDfelen, vergunne men my flechts één voorbeeld
aantehaalen , naamelijk het zoo meenigmaal
opgewarmde praatje van gefiaarite Volken > terwijl
zoo veele Schryvers en van zoo eenen vcrfchillen-
den leeftijd, herhaalde reizen, de echtheid daar
van verzekeren (g).
§• g g j
Het vertelfeltje van gejlaartte Volken.
En wel in de eerfte plaats heeft Plin iu sj na
hem PtolemaeusenPaufanias, gewag gemaakt
van geftaartte Volken in Indien , ’t geen vervolgens
(ƒ) Dus hééft by voorb. mijn geachte Vriend Hey n e
den waren oorfprong van het vertelfeltje der Floridafche
Hèrffiaphrodieten .opengelegd in Comment. $oc. Reg. Scientia-
rum Gottingens. I. D. bl. 39.
(g) De laatfte voorftander der geftaartte menfchen is
Mónboddo geweest ïn béide zynè werken, t. w. 'of the
*rigin and progress of language I. D. bl. 234, en antient meta*
phyfics III, Dj bl. 250.
fen s in de midden E’euw op nieuw wéér dóór deh
Nöbifchen Aardrykskundigen M a r cu s P o lu s Vfft
netus, . en-anderen verzekerd is; in laatere tyd«a
«indelijk, hebben Verfcheiden ReisbefchryverS
zulke hiftorietjès verhaald Van verfcheiden geftaartte
Eilanders van den Indifchen Archipel (&); atr-
dere wederom van de inwooners van zekere RusfT*
fche provinciën (0> andere wederom vau anderê
volken ( i ) . f
Doch wanneer men al die verhaalen Wat naauW*
keurig onderzoekt, dan bemerkt men dl héél fpöê*
d ig , dat ze van weinig waarde zijn*
De mééste Schryvers tóèh wéétfen ét nietB
Van, dan op hooren zeggen van anderen»
En dan kan men niet ontkennen, dat de mees*
t e , welke zich als ooggetuigen van de zaak .beroemen
, .van zelve reeds weinig geloof verdie*
nen (0- H K § 2 v «r.
(h) Zie behalven de na te melden Schryvers, Harvé /
4e generatione animalium bl. 10. over de inwooners van Borneo*
{*) Rytsch k ow , Örenburgifihe TopographieII»D.bUj4*
F a lk , Beitrags zur kenntnifs des Rusßfchen Reichs III.
D. bl. 525* tim . . j T .
(k) By voorb. op het Eiland Terra de! Fuégó, zie de Landkaarten
in A l o nf. d’ O v a g 1 i e ’s Relagione del Regno di Cilt.
Ä,ouie iÓ4<$. folio, jf| | | ^ * | ' *?
r (l) By voorb. van de Nicobaren de met zotte kugenes
$ a «r