De.voormtßeekende Netts; waarin de Jangge-
Deusde Aap ( f ) den Mensch verre overtreft.
De onbeweeglijkheid der Oor eil; welke niet by
alle Menfchén zoodaanig zijn , en niet by alle de
andere Zoogdieren beweeglijk. . De Mierenëeters
ïnqet men by voorb. uitzonderen.
Het zintuig des Gevoeh hebben de meeste vierhandige
Dieren met den Mensch gemeen.
Als mede de Lel.
Doch ik fchaame my feyna zulke dingen opte-
noemen, welke al te ongerijmd zijn ; * .gèlijk het
oprispen, *t welk men onder de voorrechten van
den Mensch gerekend beeft (« ) ;
En dat men den Mensch niet, gelijk de Éces*
ten, vet kan mesten (V), en andere van dien ftem-
peï;
( t ) 'Êie Bu f fo n , Üijl. des Quadrupède? , Sftfpplem»
T. VU. PI. XI. en XII.
• (u ) ZiG Aemy 1 ianus de ruminant Unis bl. 50. ,, Cutfi
„ re&e Jolus incedat homo felus et sam inter tôt animalia
ruftat ,* nam cum lever 'fini ftâtus , fublmiorem expos cunS
„ jegionem, naturalise impetu quodam ad fublimt attollun-
,, ‘-tur f -
(w) Lorry in Hîjt. de la Soc. de Médecine, AV
r?73.
T W E E D E A F D E E L I N G .
O V E R D E O O R Z A A K E N
WAARDOOR,
E N B E W Y Z E N
WA A R O P
D E D I E R - S O O R T E N
OVER ’ T A LG EM EEN
V E R B A S T E R E N .
§. sa.
Verflag f van hét geen verhandeld,
moet worden.
TPot dus verre h eb b en wy d ie dingen o n d e r z o c h t ,
Waardbot de Mensch van d e o v e r ig e Dieren ver-
fc h ilt . Wy komen derhalven nu al nader tot het
hoofddoel deezer geheele verhandeling, ea zullen
eensdèels onderzoeken, hoedaanig en hoe
G 3 JW®