zeer aanmerkelijk is; men treft dezelve aan met eene groenachtige
tint, somtijds zelfs metf groene vlekken, anderen die geheel het
groen missen en bruin zijn. Dergelijke verscheidenheden vindt men in
de uitmuntende verzameling van den Wel-Edelen Heer a. j . c^ ailly
te Amsterdam; wij zouden echter niet vreemd zijn van de veronderstelling
dat door den tijd het groen wel eenigzins zal verkleuren
en alzoo lichter worden.
De naam van Proteus hebben wij gemeend maar voor dezen
Vlinder te moeten behouden, even als die der Aglaja, Gamma cn
meer anderen.