tegenoverstelling van den in ons Vaderland meer bekenden Vlinder Paȑ
■ la Reine genaamd, en in het eerste deel dezes werks afgebeeld, is
zeker een derzeldzaamsten; slechts eenmaal, reeds vele jaren geleden
zag ik dezen traag vliegenden Vlinder, in den Ouderlijken tuin te Doesburg,
op eene bloem zitten, en was gelukkig genoeg denzelven magtig
te worden; sedert dien tijd heb ik denzelven niet wederom vernomen
en heb ook niet gehoord dat dit door andere Liefhebbers gebeurd is. ’
Daar rösel de blaauwe kool als voedsel voor de Rups opgeeft, zoo
geloof ik dat mijn broeder er eens eene Rups van gevonden heeft, in
bloemkool, die voor de keuken gereed gemaakt werd, en in water gelegd
was, dan de Rups was reeds verdronken, dezelve kwam geheel
overeen met de afbeelding van rösel.
§ 2.
In het werk van rösel i e. Deel vindt men de afbeeldingen; Zijn-Ed.
zegt, de Rups gebruikt tot voedsel de blaauwe kool, dit zal misschien
de bij ons zoogenaamde roode kool zijn. Zij gebruikt echter ook nog
andere gewassen tot voedsel, als Aras.n(L&\h\ziett(amygdalus communis')
Pruimenboombladen (Prunus Domessica et Spinosaj, enz. Zij leeft
in den Zomer, en de Vlinder komt na veertien dagen uit, of blijft,
als de Rups wat achterlijk is, den Winter over in het Popvlies. De
Rups is zeer traag in hare bewegingen, en de Vlinder vliegt zeldzaam.
§• 3 -
Meermalen is ons berigt, dat men dezen Vlinder bij Nijmegen had
gevangen, en ook de Rups gevonden had, op zoogenaamde boerenkool.
De Rups zeer traag zijnde, en naar gedachten zich veelal aan de
onderzijde der bladen ophoudende, de Vlinder zeldzaam vliegende,
zoude dit misschien ook de oorzaak zijn dat men noch de Rups l
noch den Vlinder zoo zeldzaam ontdekt of ziet vliegen.
PAPiLio sybilla Fig 2 en 3.
§ I.
Fig. 2. en 3. De Vlinders door mij uit Duitschland ontvangen, zijn allen iets
grooter van stuk, dan die mijn broeder en ik hier gevangen hebben;
wij noemden dezen Vlinder, ter onderscheiding, de kleine Boekweit-
Vlinder; daar wij Papilio Populi dengrooten Boekweit-Viinder noemden,
ook zijn deDuitschen iets donkerder van kleur; welligt is de kleur van
on-
D A G - V L I N D E R S . I53
onze gevangene Vlinders wat verbleekt, daar het reeds veertig jaar geleden
is dat wij die gevangen hebben, in Gelderland bij het dorp
Vorden, alwaar dezelve toen in menigte vlogen , zoo dat wij er zeven bij
elkander op eene bloeijende distelplant zagen zitten, daarna heb ik die
niet weder gezien, dan weinige jaren geleden een exemplaar door eenige
kinderen gevangen bij Keppel.
§ 2.
In het werk van rösel is deze Vlinder afgebeeld 3e. Deel Tab. 33
en 70. De Rupsen verroonen zich in den Zomer, Junij, Julij en Augustus,
gebruiken tot voedsel alle soorten van Kamperfoelie ( Lonicera
Men noemt dezen Vlinder de kleine Ijsvogel, ter onderscheiding van
eenen anderen de groote Ijsvogel genaamd..
§• 3-
Wij kunnen hier niets bijvoegen dan alleen, dat wijlen den Heer
P. Veen te Haarlem, ons gezegd heeft, meermalen de Papilio Sybilla
op de Duinen te hebben zien vliegen.
papilio edusa Fig 4 en 5.
S- '•
Deze Vlinder is door mij te Rotterdam aan de Maas gevangen, en
mede door mijnen broeder in Gelderland gezien, ook deze behoort onder
de zeer zeldzamen, daarentegen vertoont zich de aanverwante soort
Palaeno, sommige jaren menigvuldig, in de hooge streken van Gelderland,
wij noemden die soort gele Paarl d'Amour, naar aanleiding
eener vlak op de onderzijde der ondervleugels, de afgebeelde daarentegen
Oranje Paarl d ’Amour.
§■ 2.
In het werk van rösel, Derde Deel, vinden wij aangeteekend, dat
van deze Vlindersoort, jaarlijks vijfderlei soorten of verscheidenheden
bij Zijn-Ed. in de weilanden voorkwamen, dan dat Zijn-Ed. dit meer
voor soorten dan voor variëteiten hield, vermits Zijn-Ed. dezelve gepaard
vangende, die Vlinders altijd met elkander overeenkwamen.
Bij ocHSENHEiMER vinden wij de volgende soorten beschreven, die
N n 2 al-
Fig. 4 en 5.