gen benevens de hierbij gevoegde Verklaring, betreffende de Elingu-
aria, te doen geworden, waarbij wij niets te voegen hebben, dan Zijn
W.Ed. daarvoor vriendelijk dank te zeggen, en dat wij de Vlinder
noemen: De Kortzuiger, zooveel doenlijk overeenkomende met de
Latijnsche benaming.
Ten slotte zullen wij hier nog laten volgen eenige Aanteekeningen,
betreffende deze Vlinder, ons medegedeeld door den WelEd. Gestren-
gen Heer Mr. h. w. de graaf , te Leyden.
De Elinguaria Rups leeft in Zuid-Holland in de Duinstreken, op
de Hippophae Rhamnoides. In de eerste dagen van Mei 1849, verzamelden
wij een tiental Rupsen dier soort, in de Duinen bij Wassenaar.
De meeste zaten op genoemde plant, slechts eene enkele op
Salix repens, zij waren toen in hun voorlaatste vel. De kleur der
Rupsen is, in het laatste vel zeer uiteenloopende, van geelachtig met
donkere bruine teekening, tot zwart bruin, ook vindt men op sommige
dezer donkere individu’s eene groenachtige bestuiving op eenige
deelen van het ligchaam, zoodat zij het aanzien hebben van een takje
met mosch begroeit. Bij gebrek aan het oorspronkelijke voedsel, voedde-
den wij de Rupsen met lijsterbessen-bladen. Zij kregen allen hare
volle wasdom. Sommige kropen in de aarde, anderen sponnen zich
op hare oppervlakte in, onder eenige dorren bladeren. De Rups verpopt
binnen zes dagen. De Vlinder verschijnt half Julij. De Eijeren
zijn p la t, vierkant, aan de einden eenigzins afgerond, dof groen van
kleur, eenigzins wit bestoven. In het voorjaar van 1850 vonden wij
op dezelfde plaats slechts enkele Rupsen. Deze soort schijnt hier niet
zeer gemeen te zijn. Wij hadden haar althans vroeger in de omstreken
van. Leyden nooit aangetroffen. Een enkel Wijfje vingen wij in
Augustus 1837, bij het dorp Leersum, tegen een lindenboom.