NACHT “VI.INI) E RS van V Tweede Gezi n der T WEK OF. BENDE.
NEDERLANDSCHE l \SËKTE\ ,
BESCHREVEN EN AFGEBEELD.
ZEVENDE DEEL. offiss©esffiaffifie*B®saffiea®sees®s®«5ffia«©®
ACHT-EN-VEERTIGSTE-VERHANDEUNG,
£ 9 1
N A O H T - Y L I N D E R S ,
van het tweede gezin der tweede eende.
DE ORANJE BRUINBAND-VLINDER.
P. VU. Tab. XLV1II.
§• 1.
De fraaije vlinder, die het onderwerp dezer verhandeling uitmaakt,
heeft wat de teekening op de bovenvleugels betreft, wel eenige overeenkomst
met de Kajatenhout-vlinder, beschreven in het II. Deel,
de 4 ' Verhandeling. De donker bruine in het blaanw schemerende
band, die op den helder oranje grond zoo duidelijk afsteekt, heeft
de aanleiding opgeleverd tot het geven van de Hollandsche benaming.
In het werk van ochsenheimer en treitschee vinden wij
deze soort vermeld onder den naam van Cklarüi fulvata, in den
Index Methodicus van boisddvad komt zij even zeer voor, onder het
geslacht Cidaria doch met de soortsnaam van Fulvaria, daar deze
schrijver voor de namen der Spanrupskapellen alleen de uitgang
aria toestaat.
Z z. § 2 .
yHi li
EÉH
m
S a a i
wêsk I
1U i l
'vCTgl
W m
im