130 n a c h t - v l i n d e r s
Van de familie der Lichtmotten, het oude geslacht Pyralis van
linnaeüs, zijn als inboorlingen van ons vaderland bekend de volgende
soorten, hier opgegeven onder de geslachtsverdeelingen van treitschke ,
volgens het beroemde werk door ochsenheimer begonnen en door hem
voltooid. — Herminia: cribralis, derivalis, tentaculalis, faarbalis en
tarsiplumalis, Hypena: proboscidalis, crassalis, rostralis. Pyralis:
pinguinalis en angustalis. Scopula: dentalis, prunalis, sticticalis, oli-
valis, aeralis en margaritalis. Botys: Sambucalis, verbascalis, ferru-
galis, verticalis, urticalis, hyhridalis, forficalis en serieealis. Nym-
p hula: lemnalis, stratiotalis, nymphaealis en potamogalis. Asopia:
farinalis, giaucinalis en fimbrialis. Choreutes: incisalis, parialis en al-
temalis. Pyrausta: purpuralis, punicealis, ostrinalis en cespitalis.
Hercyna: strigulaiis en palliolalis.
Van deze 40 soorten zijn in dit werk beschreven en afgebeeld: proboscidalis,
pinguinalis, sambucalhry verticalis, urticalis', lemnalis, pa-
rialis en nu forficalis. Er blijven dus nog 3a ter behandeling over.
Wij wenschen dat de opgaaf van hetgeen alleen in deze kleine familie
nog na te speuren valt, den lust tot algemeen onderzoek zal aanwakkeren,
opdat grootere ijver en meerdere volharding ook den sleutel der
in de natuurlijke geschiedenis der Vlinders nog verborgene geheimen,
eenmaal zal weten te ontwringen.