88 N A G H T - V L I N D E R S .
verblijf te verlaten. Zij liet zich, om het gevaar te ontgaan waarin
zij verkeerde aan een draadje zakken. Bij Fig. 2 heb ik haar in
Fig. 2. natuurlijke grootte, bij Fig. 3 aanmerkelijk vergroot voörgesteld,
Fig. 3 , genomen naar eene Rups, waaruit een wijljes Vlinder voortkomt*
Die van den mannelijken Vlinder is kleiner en slanker.
De acht buikpooten zijn kort als kleine knobbeltjes, de voorpoo-
ten alsmede de drie eerste ringen hooruachtig, en daardoor bestand
tegen den invloed van de buitenlucht.
Ten overvloede heb ik den kop sterker vergroot voorgesteld bij
Fig. 4 , ten einde de verschillende organen duidelijker te onderlig
. 4 . scheiden.
Terwijl ik bezig was de rups af te beelden, kroop zij vrij snel
heen en weer, het achterlijf, zonder zich van de naschuivers te bedienen
als eene made of worm nasleepende. ■
Ik veronderstelde dat zij in het lot zou deelen van andere in liet
verborgen levende Rupsen, die na het verdrijven uit hare woningen
doorgaans sterven. Daar ik echter niet besluiten kon het arme Insect
te vernietigen, legde ik het in een klein doosje van bordpapier,
en groot was mijne verbazing toen ik den anderen morgen,
mijne Rups, in een’ langwerpigen witten koker gehuld, zag rond
kruipen, in natuurlijke grootte bij Fig. 5 . De stof waarvan zij
Fig. 5 . hare nieuwe woning had vervaardigd, bestond uit afgeknaagd papier,
en was schubachtig en wit, alleeu aan het beneden eind licht bruin;
een paar sprankjes van den ouden koker, bij toeval in het doosje
geraakt, had zij zich ten nutte gemaakt, om haar verblijf te versterken,
bij Fig. 6 vergroot afgebeeld.
Fig. 4 .
§ 5 .
Ik had nu de Rups leeren kenner* en afgebeeld, en daar de ko
kers ter verpopping waren vastgesponnen, hoopte ik insgelijks eene
Pop te zien, en opende zeer voorzigtig een der zakken; veronder-
Fig. a. stellende dat in een ovaal rond spinsel bij (a) in natuurlijke grootte
voorgesteld, de Pop besloten was, trachtte ik het te ontwikkelen
doch bemerkte tot mijn leedwezen, de Pop gekwetst te hebben; in
eenen tweeden koker vond ik een dergelijk spinsel en besloot het
onaangeroerd te laten liggen. Na verloop van eenige dagen kwam
er een sluipwesp behoorende tot de familie der Braconiden uit
Fig. b en c. voort, bij b de grootte en vergroot bij c. (*)' Het adergestel der
Fig. d. vleugelen bij d afgebeeld.
_______ Bij
: (* ) W a a rsc h ijn lijk ste lt d e a fb e e ld in g Microgaster emarginatus, Nees ab E s. voor;
h e t voorwerp z e lf is verloren g e ra ak t. Bij mij is u il e e n h u is je van Psyche nili-
Bij het openen van eenen derden koker ontwaarde ik eene vrij
sterke beweging, die mij waarborgde eindelijk eene Vliuderpop te
zullen zien. Ik moest echter zeer omzigtig en geduldig te werk
gaan, doordieu de Pop zeer naauw in het spinsel besloten lag. Deze
Pop in natuurlijke grootte bij Fig. 1 5 , bij Fig. 16 van onderen en Fig. 15, 1 6 .
bij Fig. 17 van ter zijde aanmerkelijk vergroot, afgebeeld, was die Fig. 17.
waaruit een wijfje moest voortkomen. Het zware achterlijf en het
gemis aan vlegelscheden zijn duidelijke kenteekeus.
Ik opende een’ vierden zak, hopende de Pop van een mannetje
te zullen vinden, maar werd daarin te leur gesteld daar ook deze
de Pop van een wijfje was. De wensch om eenige dieren te behouden,
deed mij mijne verdere onderzoekingen staken.
§ 6.
Den 1 3 den Julij des morgens vond ik een der zakken overdekt
met een groot aantal zeer kleine zieh bewegende ligchaampjes; ui-
terlijk was aan dien koker niets bijzonders op te merken, met het
gewapend oog, zag ik slechts een klein gedeelte van het ledige poppenhulsel,
terwijl de geheele koker wemelde van jonge Psyches, gedurende
den nacht uit de eijeren voortgekomen. De Moeder-vlinder
was niet in den zak aanwezig; zeker was zij in de vrije lucht van
hare woning naar beneden gevallen, na dat zij zich van bare eijeren
ontdaan had.
De jonge Rupsen hadden zich bereids woningen vervaardigd van
de bouwstoffen waarop zij ijverig rond kropen, bij Fig. 8 is eene Fig. 8.
zoodanige koker in natuurlijke grootte afgebeeld, en bij Fig. 7 Fig. 7 .
het geheele broedsel vergroot.
Ik zag duidelijk, dat zij de spinsels waarin zij zich gehuld hadden,
met zeer kleine afgeknabbelde sprankjes op eene bezienswaardige
wijze omringden; ijverig gingen zij hier in te werk, soms tien
k twaalf te gelijk aan één sprankje knagende, tot dat zij hare woningen
voltooid hebbende, zich als kleine spinnetjes aan een draadje
lieten zakken, en op de eikenbladeren onder in de flesch rondkropen.
D’ailly daarentegen vond de kleine bijna onmerkbare Rupjes
rond kruipende en zich van vermolmde houtsnippers woningen vervaardigende.
Mogelijk was de eene of andere bijkomende omstandigheid
bij de geboorte zijner Rupsen de oorzaak geweest, waarom
zij
delta u ilg e tom e n Hemiteles bicolorinus, Grav., te rw ijl ik een wijfje v an eene o n b
e sch rev en soort van Xorides gevangen h e b , m e t d e n lan g en eijerlegger b o re n d e in
een d e rgclijken koker. S . v. V .