aantoont; eenigen afbrekende vond ik in sommigen de Rups, in an-
Fig. 2. deren reeds de Pop van dit fraaije Vlindertje. De Rups b ij'Fig. ' 2
volwassen afgebeeld, heeft eene donker bruine, niet zeer groote glanzende
kop met eene minder donker gekleurde halskraag. Door zich
in een te krimpen wordt zij bijna de helft korter, en naar evenredigheid
dikker. In hare verborgene levenswijze gestoord is zij zeer vlug,
en laat zich, vervolgd wordende aan eene draad zakken. Daar zij in
de uitbotsels der Dennen woont, en zich voedt met derzelver merg,
Fig. 3. de loten als kokertjes uithalende, zoo als bij Fig. 3 opgemerkt kan
worden, kan dit Rupsensoort, wanneer het menigvuldig voorkomt, onder
de schadelijksten van allen welke de Dennenboomen aantasten gerangschikt
worden. In het najaar uit het Ei voortkomende, boort het
Rupsje dadelijk in de nog teedere knopjes, en brengt aldaar den
winter door. Zoodra in het voorjaar de knop begint te groeijen, is
de Rups alsdan nog te onmachtig om de weelderig zich ontwikkelende
knop, geheel en a l, tot boven toe uit te hollen. De groeikracht
blijft er in, en wordt zelfs door het gedeeltelijk uitvreten van hét
merg bevordert, en zal daardoor spoediger opschieten, dan de Rups
verteeren kan, doch het gedeeltelijk van merg beroofde loot is verzwakt,
en buigt om, zonder zich te kunnen oprigten, en als het zich
later tot hout formeert, verkrijgt de jonge boom eenen S. vormigen
knak, die steeds kennelijk blijft. Een opmerkzaam oog, kan in een
woud van Dennenboomen, hier en daar, eene zoodanige misvormde
stam ontdekken. De regt opgaande groei van den boom zal des te
meer belet worden, wanneer het Insekt in eene groote menigte aanwezig
is, dan juist is in ieder knop eene Rups, en velen der uitbotsels
gaan geheel en al te niet en die er overig blijven, groeijen in eenen
verminkten staat op. Het is opmerkelijk, dat door eene wijze voorzorg
die schadelijke Rups, in weerwil harer verborgene levenswijze,
vijanden heeft, daar zij door Sluip-Wespen en andere Roof-Insekten
vernield wordt,
Wanneer de Rups hare gedaanteverwisseling moet ondergaan, geschiedt
zulks op den bodem der kokervormige holte van het lo o t, bij
Fig. 3 afgebeeld, waarin de Pop zigtbaar is. Bij Fig 4 is de Pop Fig. 3 en 4.
in natuurlijke grootte afgebeeld, en om derzelver gedaante beter te
kunnen beoordeelen, bij Fig. 5 vergroot voorgesteld. Behalve een Fig. 5-
haakvormig uitsteeksel aan het voorhoofd, is iedere ring voorzien van
eene dubbele rij zaagvormige tandjes, en het staarteinde met eenige
doomspitsen.
S 4-
In het laatst van de maand Junij kwamen de Vlindertjes, de een
vroeger, de andere later, uit het Poppenhulsel te voorschijn. De Pop
boort zich door middel van het haakje aan het voorhoofd, en de
Zaagtandjes op de ringen, geheel en al door de baard die zich tegen
de uitbotsels vergaderd heeft heen, en maakt aldaar een rond
gaatje, aangewezen Fig. 1 bij a. Kort voor dat de Vlinder het Pop- Fig. 1. (a j
penhulsel zal verbreken, neemt de Pop eene sterk gekromde houding
aan, als het ware gereed om zich uit te strekken en de wanden
waarin zij besloten ligt, te verbreken.
§• 5-
Fig. 6 stelt het Vlindertje in eene rustende houding voor, met de Fig. 6.
sprieten achteruit geslagen. Terwijl bij Fig. 7 een Vrouwelijke en Fig. 7 .
bij Fig. 8 een Mannelijke Vlinder vliegende is afgebeeld. Doorgaans Fig. 8.
zijn de Mannelijke Vlinders kleiner dan de Vrouwelijke, het achterlijf
dunner, en van grootere hairborstels voorzien.
S- 6.
Onze Vlindersoort moet niet verward worden met een ander, waarvan
de Rups insgelijks in de Dennenknoppen leeft, doch doorgaans
B 2 in