dezelve eenigen tijd bewaard heeft, en zelfs het zonlicht schijnt
reeds bij het leven dezer teedere diertjes daarop veel invloed uit te
oefenen, daar het mij de onderscheidene malen, dat ik deze Vlindertjes
ving, een paar maal gebeurde, daaronder een geheel witte aan
te treffen, welke echter bij eene naauwkeurige vergelijking niep anders
dan eene verbleekte en afgevlogene Aeruginaria bleek te zijn, hoezeer
linnj'eus daarvan eene afzonderlijke soort bestemd, onder den
naam van Lactearia, iets hetwelk t r e it s c h k e ook teregt vermeent te
moeten nalaten, wiens schrijven echter dat de Rups zich ook op
Berken zoude onthouden , door mij niet kan bevestigd worden, hebbende
ik dezelve, zooveel ik mij kan herinneren, nimmer anders dan
op Eiken gevonden.
§• 5-
De eijeren van dit Insekt heb ik tot hiertoe nimmer mogen bekomen
, hoogstwaarschijnlijk zullen dezelve ook licht grijsachtig van
kleur en van langwerpig ronde of ovale gedaante zijn, welk laatste
toch alle Spanrups - Vlindersoorten met elkander schijnen gemeen te
hebben.