Tab. XXXVII,
Fig. 1.
Wat den naam des Vlinders betreft, heb ik gemeend, de Duitsche
Entomologen te mogen navolgen, die hem der Rothrmd noemen;
naar aanleiding van de levendig roode rand, waarmede de vlerken
omzoomd zijn.
§ 2 .
Wij bezochten in het begin van de maand Junij, van het volgende
jaar, wanneer de Rupsen bijna volwassen moesten zijn, dezelfde plaats,
alwaar wij het jaar te voren de Vlinders gevangen hadden, en het
gelukte ons, na lang naauwkeurig zoeken, laag op den grond, bij
de wortels eener Scabiosa arvensis, eene Rups te vinden, die wij
dadelijk voor dien der B. Rusmla herkenden. Ik vervaardigde
eene Afbeelding van de Rups, en naderhand van het Spinsel en de
Pop. Ongelukkig verdroogde langzamerhand de Pop. Altoos in de
hoop, andere Rupsen in dezelfde streek te zullen aantreffen, en Vlinders
te bekomen, is mij dit niet te beurt mogen vallen, totdat ik
eindelijk het besluit nam, de fraaiheid eu zeldzaamheid van den
Vlinder in aanmerking nemende, hem, uit mijne Verzameling, bij
de Rups en de Pop af te beelden. — Want sedert hebben wij niets
noch van de Rups, noch van den Vlinder vernomen.
Met meer Vlindersoorten is zulk een verschijnsel niet zelden. Sommige
jaren wordt eene Vlindersoort menigvuldig aangetroffen, die
vervolgens bijna geheel en al verdwijnt.
§ 3 .
Onze Rups, Tab. XXXVII, Fig. 1, is naar evenredigheid van den Vlinder,
vrij slank, naarhet staarteinde dunner, donker bruin van kleur met
eene bleekgele ruggestreep en eenige'roode puntjes; op ieder ring
bunbundeltjes
bruine roode hairen, die naar achteren langer worden.
De luchtgaten zijn wit, terwijl de kop glanzend zwart is. Zij loopt
bijzonder snel, zich gedurende den dag laag bij den grond ophoudende;
hierdoor is zij dan ook moeijelijk te vinden, te meer daar
de minste stoornis haar snel doet vlugten en verbergen. Dit Rupsensoort
zou zich, behalve haar gewoon voedsel, Seubiosa arvensis,
waarop ik haar heb afgebeeld, geneeren met Weegbree Plantago
Paardebloem Leontodm Taraxacum, en meer andere laag groeijende
kruiden.
Omtrent het einde van de maand Junij, of eenige dagen vroeger,
zijn de Rupsen volwassen. Onze Rups schikte zich ter verandering in een
vrij groot, doorzigtig bruin Spinsel, aan eene dorre tak of sprankje,
Fig. 2 met voordacht in de suikerflesch gestoken; waarschijnlijk Fig. 2.
verkiezen zij in de vrije natuur een dergelijk uitstaand voorwerp.
Na verloop van drie k vier dagen legde zij hare Rupsenhuid geheel
af, en veranderde in eene glanzende, roodbrnine Pop, met donkerder
vleugelscheden, Fig. 3 , die bij de minste aanraking zich levendig Fig. 3 .
bewoog.
Binnen den tijd vau drie weken komt de fraaije Vlinder te voorschijn,
prijkende met levendige kleuren, dewelke echter spoedig ver-
bleekeu. De reden daarvan is, dat de schubben, of vedertjes zeer
digt op elkander liggen, niet zeer vast bevestigt, onder het vliegen
verstuiven, zoodat gevangen Vlinders doorgaans lichter gekleurd zijn,
naarmate zij langer of korter gevlogen hebben, zoo als blijkt bij Fig.
6,