Aan de vriendelijkheid van den Wel Edelen Heer a. j. van eynd-
hoven zijn wij de afbeeldingen en de hierbij gevoegde waarnemingen
verschuldigd, waarvoor wij Zijn Wel Ed. onzen dank betuigen,
zullende die waarnemingen hier laten volgen, zoo als wij dezelve ontvangen
hebben.
De Rupsen der Geometra Aeruginaria werden door mij steeds
gevonden in de maanden September of October op het zoogenaamde
Eiken Akkermaalshout, bijna overal waar dit in den omtrek van Zutphen
aangetroffen wordt, meer dan op Eikenboomen, en wel altijd in den
volwassen staat, althans na de laatste vervelling, kunnende ik mij niet
herinneren daarvan ooit jonge Rupsen gevonden te hebben; meest
vond ik die in de op bijgaande Plaat afgebeelde standen, van welke
Tab. XI. op Tab. XI. Fig. t. de rustende voorstelt, en Fig. 2. die, in welke
Fig. 1. de Rups bezig is deszelfs voedsel te gebruiken, waartoe zij zich alleen
Fig. 2. van de vleezige deelen van het blad bediend, latende de aderen daarvan
meest allen onaangeroerd, zoo als dit op de Plaat is voorgesteld.
In kleur en teekening zijn deze Rupsen genoegzaam aan elkander gelijk
, zijnde alleen die uit welke Wijfjes-Vlinders zullen komen, iets
grooter of dikker dan de anderen.
s 1
Tusschen een paar Eiken bladen spint zich vervolgens de Rups in,
door middel van eenige weinige draden de bladen aan elkander hechtende,
en veranderd vervolgens in een glanzig groen Popje als bij
Fig. 3. voorgesteid, waaraan gemeenlijk het afgelegde Rupsenvel blijft Fig. 3
hangen; en brengt in dien staat den Winter door.
§■ 4-
De Winter en de daarop volgende Lente voorbij zijnde, worden
tegen het einde der maand Junij de vleugelscheden witachtig van
kleur, naderende nu de tijd dat het bevallige Vlindertje te voorschijn
zal komen, waarna deze laatste gedaanteverwisseling spoedig plaats
grijpt. Fig. 4. op de Plaat stelt het Mannetje voor, kenbaar vooral Fig. 4
aan zijne gevederde sprieten, en Fig. 5. het Wijfje met draadvormige Fig. 5
sprieten, terwijl er nog al eenig onderscheid in kleur bij deze Vlindertjes
valt op te merken, zijnde het eene veel sterker geteekend en
meer naar het blaauw hellende dan het andere.
Intusschen verliest deze kleur nog veel eerder dan bij andere groenkleurige
Meeters en andere Vlindersoorten haar schoon, nadat men
L 2 de