ik zag mij spoedig in het bezit van eenige wijfjesvlinders en een mannetje.
Deze laatsten zijn merkwaardig om de bijzondere grootte
der peniskleppen. Ik meende eerst dat dit eene toevalligheid bij
mijn eenig uitgekomen mannetje was, doch het volgende jaar heb ik
vele mannetjes nitgekregen en bij allen hetzelfde verschijnsel waar-
Fig. 9 . genomen. Een vliegend wijfje is voorgesteld bij Fig. 9 , een mannetje
Fig. 10. bij Fig. 10. De geheele klenr des vlinders is licht geelachtig bruin.
Op de bovenvleugels onderscheidt men slechts met moeite eenige golvende
dwarsstrepen en een’ donkerder middelband. Aan de onderzijde
is het dier nog valer, doch de vleugels voeren aan die zijde een
middelpunt, dat op de bovenzijde niet of slechts weinig herkenbaar is.
§ 6 .
Mijne vlinders hebben in den gevangen staat niet willen paren,
zoodat ik er ook geene eijeren van heb gezien. Het komt mij voor
dat er slechts eene generatie in het jaar moet bestaan en dat de eijeren
door de wijfjes-vlinders aan de takken zullen gehecht worden.
§ 7 .
Vetulata (volgens den Index Methodicus van boisduval Larentia
vetularia) komt in geheel Duitschland voor volgens tbeitschke, in Frankrijk
volgens boisduval , in Engeland volgens wood ; de selys-losg-
champs geeft dezen vlinder niet op in zijne Ennmération des Lépidoptères
de la Belgique.
S. v. V.