Het was op den 25““ Mei dat een mijner vrienden, bij gelegenheid
dat ZijnEd. bezig was de ranken van Aardbeziënplanten af te trekken,
toevallig deze Rups vond, en de goedheid had mij dezelve ten geschenke
te geven. Daar deze Rups mij onbekend was, sloeg ik het
werk van rösel , Natuurlijke Historie der Inse.kten eens ;o p , en vond
aldaar in het 1“. Deel, 2' Stuk, Tab. 9 van de derde klasse der
Nachtvlinders, eene Rups afgebeeld en beschreven, die met de mijne
veel overeenkomst had, en waaruit ZijnEd. de Vlinder heeft verkregen,
beschreven bij linneus, i '. Deel, a". Stuk en genaamd Geom:
Elinguaria. Wel vermoedende dat de Aardbeziënbladen hun gewoon
voedsel niet was, had zij daarvan uit gebrek iets genuttigd, doch daar
de Heer rösel zijne Rups op eenen Perenboom gevonden had, en er in
de nabijheid der plaats waar mijne Rups gevonden was, Perenboomen
stonden, diende ik ook derzelve bladen aan mijne .onbekende gast voor,
en zag met genoegen dat zij er dadelijk gebruik van maakte.
Daar het mij toescheen dat deze .Rups haren vollen wasdom bereikt
Tab.XXXIF had, heb ik dezelve dadelijk afgebeeld, zie Tab. XXXII, Fig. 1 , in
Fig. i.d e houding waarin zij zich op dat oogenblik bevond, daar zij in rustende
stand, zich meestal met hare stompe achterpoten vastklemmende,
het ligchaam even als een takje regtuitsteekt.
Slechts vier dagen bleef mijne Rups haar voedsel gebtuiken, begon
toen hare frissche kleur te verliezen en eenigzins ineen te krimpen,
§ ,3-
Nadat deze Rups op die wijze eenen geheelen dag onbewegelijk
was blijven zitten, ontdekte ik vervolgens dat zij zich tusschen, eenige
bladen van haar voedsel in .een-fijn doch weinig beduidend weefsel had
ingesponnen. Na
Na verloop van vijf dagen de bladen voorzigtig van elkander schei-
dende, verblijdde ik mij eene gave Pop te vinden, afgebeeld bij Fig 2. >g- 2-
§ 4
Ruim eene maand duurde het, nadat de Rups in Pop veranderd was,
en wel op den vijfden Julij, eer de Vlinder geboren werdt, zijnde dezelve
van het mannelijke geslacht, in eene rustende houding afgebeeld Fig. 3
bij Fig. 3 terwijl de'afbeelding bij Fig. 4 i* gemaakt naar eenen Vim-Fig. 4 -
der van het vrouwelijke geslacht, uit mijne verzameling.
Het onderscheid der kunne is hoofdzakelijk kenbaar aan het achterlijf,
dat bij het vrouwelijke geslacht dikker is, dan bij dat van het
mannelijke, ook heeft dit laatste gekamde sprieten, en het eerste
draadvormige. _
Uit de afbeelding der bij mij üitgekomene -Vlinder, blijkt het nu
duidelijk, dat mijne' Rups dezelfde was als die bij rösel afgebeeld.is,
en wel de Croealles Elinguaria.
In de ommestrekeu van Harderwijk heb ik dezen -Vlinder enkele
malen gevangen, doch de Rups was inij vroeger nimmer te voren gekomen.
Het was mij alzoo aangenaam nu in de gelegenheid te zijn
gestelt, de huishouding van dezen, in ons Vaderland, zeldzame Vlinder,
te kunnen mededeelen.
Ten laatste moet ik nog aanmerken, dat het hoogstwaarschijnlijk is,
dat de Vlinder zich maar eenmaal ’s jaars vertoond; en de Rups over-
winterd.
De Wel-Edele Zeer Geleerde Heer h. c. van medenbach de rooij,
Med. Doet. te Nykerk op de Veluwe, had de goedheid ons de teekemn-
I i 2 Sen